Bidden voor genezing is ontmaskering van het kwaad (4)
In een serie van vier Bijbelstudies denken we na over 'bidden voor genezing'. In de eerste stonden we stil bij 'bekering' en het Koninkrijk van God. In de tweede stonden we stil bij het herstel dat Jezus kwam brengen. In de derde bij het ontmaskeren van het kwaad. Tenslotte staan we in deze vierde Bijbelstudie nu stil bij de plek die genezing in dit geheel heeft. Geneest God vandaag nog steeds?
"En hen die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij demonen uitdrijven; in vreemde talen zullen zij spreken; slangen zullen zij oppakken; en als zij iets dodelijks zullen drinken, zal het hen beslist niet schaden; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen gezond worden." (Marcus 16:17-18)
Jezus vertelt waaraan gelovigen herkenbaar zijn: teken zullen hen volgen. Zijn wij inderdaad daar aan herkenbaar? Dit is waar het spannend begint te worden. Nu komt het heel dicht bij.
In de voorgaande drie Bijbelstudies konden we als het ware op een afstandje mee kijken. Vol ontzag over wat Jezus deed. Onder de indruk misschien over wat de leerlingen van Jezus mochten doen. Wellicht ook wel gerustgesteld door hun vragen en hun falen. Ze probeerden een demoon uit te drijven bij een jongen, maar het lukte hen niet. Wij mensen hebben zo onze beperkingen.
Zoektocht
Omdat het toepassen van al het voorgaande op ons zelf heel persoonlijk en heel spannend is, wil ik het vanaf dit punt als schrijver ook persoonlijk maken. Misschien moet ik dit laatste deel geen 'Bijbelstudie' noemen, maar een 'overdenking'. Het laatste wat ik wil, is de Bijbel laten buikspreken. En evenmin wil ik doen voorkomen, dat ik alles begrijp en alle antwoorden heb ... integendeel!
Lees het daarom als mijn eigen zoektocht. Het gaat over mijn eigen vragen en over welke weg ik hier in heb mogen gaan in de loop der jaren. De drie aspecten uit de voorgaande 3 Bijbelstudies spelen daarin een belangrijke rol.
Nu al zichtbaar
In de eerste Bijbelstudie hebben we gezien, dat de Bijbel zelf aangeeft, dat het Koninkrijk van God "van alle eeuwen" is en "alle generaties omvat" (Psalm 145).
"En Jezus trok rond in heel Galilea, gaf onderwijs in hun synagogen en predikte het Evangelie van het Koninkrijk, en Hij genas elke ziekte en elke kwaal onder het volk." (Mattheus 4:23)
Jezus predikte het "Evangelie van het Koninkrijk" en maakte het zichtbaar! Uit heel het onderwijs van Jezus wordt duidelijk, dat wanneer Hij spreekt over het Koninkrijk, Hij het niet alleen heeft over later, maar zeker ook over nu.
Wel maakt Jezus duidelijk, dat het niet een Koninkrijk is, volgens de principes van deze wereld, geen aards koninkrijk (Johannes 18:36). Het is geen koninkrijk waar het recht van mensen geldt, maar Gods recht. Een Koninkrijk waar we nu al naar kunnen zoeken (Mattheus 6:33).
En niet voor niets leert Jezus ons bidden: "Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde." (Mattheus 6:10) Jezus leert ons met het 'Onze Vader' een gebed waarmee we uitspreken naar God en in de hemelse gewesten, dat we willen, dat Zijn Koninkrijk nu al zichtbaar wordt!
In Mattheus 13 vergelijkt Jezus het Koninkrijk met zaad dat gezaaid wordt en op komt, met een mosterdzaadje, met zuurdeeg, met een parel en met een visnet. Uit al deze gelijkenissen wordt duidelijk, dat het Koninkrijk iets is dat groeit, dat alles doordrenkt, dat kostbaar is. Jezus heeft het niet over iets dat er later ineens zal zijn, maar over zaken die nu al zichtbaar worden in dit leven bij iedereen die Zijn Woord in geloof aanneemt.
Herkenbaar als gelovige
Laat ik dat nu persoonlijk maken. Als ik het onderwijs van Jezus geloof, dan moet er dus ook in mijn leven iets zichtbaar worden van het Koninkrijk van God. Als ik nu eens de 'kenmerken van gelovigen' die Jezus noemt op mijzelf betrek? Dan staat er: 'Mij zullen deze tekenen volgen: In Zijn Naam zal ik demonen uitdrijven; in vreemde talen zal ik spreken; slangen zal ik oppakken; en als ik iets dodelijks drink, zal het mij beslist niet schaden; op zieken zal ik de handen leggen en zij zullen gezond worden.'
Oei ... Is dat inderdaad waar ik aan te herkennen ben? Een paar jaar geleden zou mijn antwoord een volmondig 'nee' geweest zijn! Met dit soort dingen hield ik mij niet bezig. Zeker, ik bad wel eens voor zieken, maar niet in hun bijzijn. Ik nam hen mee in mijn persoonlijke gebed en vroeg God om voor hen te zorgen en hen beter te maken. Verder kwam ik niet. En de rest was al helemaal een ver van mijn bed gebeuren.
Streeptheologie
Ik ben opgegroeid met verklaringen als 'dat was alleen voor toen.' of 'dat was alleen voor de discipelen'. En ook: 'De Bijbel is nu compleet, we hebben nu geen tekenen en wonderen meer nodig. We hebben genoeg aan Gods Woord.' Wanneer deze redeneringen zouden kloppen, dan gelden de kenmerken die Jezus noemt, dus niet meer voor mij.
Daar ging het wringen voor mij. Overigens ook bij alle andere argumenten die ik in de loop der tijd heb gehoord om 'gebedsgenezing', zoals het dan wordt genoemd, af te wijzen. Maar dan zou het onderwijs van Jezus blijkbaar grenzen hebben.
Want hoe zit het dan met andere teksten? "Ga dan heen, onderwijs alle volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen." (Mattheus 28:19) Van deze tekst hoorde ik niemand zeggen, dat het 'alleen voor toen' was. Waarom is deze wel voor ons van toepassing en die andere niet?
Bovendien: in deze tekst wordt gesproken over "hun lerend alles wat Ik u geboden heb". Een van de dingen die Jezus Zijn leerlingen geboden had, was "En als u op weg gaat, predik dan: Het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. Genees zieken, reinig melaatsen, wek doden op, drijf demonen uit. U hebt het voor niets ontvangen, geef het voor niets." (Mattheus 10:7-8)
Als dat alleen voor de leerlingen van toen was, had Jezus dan niet specifieker moeten zijn? Bijvoorbeeld door te zeggen 'hun lerend een deel van de dingen die Ik u geboden heb' of 'hen lerend tot ik alles geopenbaard heb wat nodig is'?
Opvallend is ook, dat bepaalde zaken, waaronder genezing ook weer terug komen bij de gaven van de Geest. Waarom een gave van genezing als dat 'alleen voor toen' was? Of zijn alleen bepaalde gaven van de Geest nog voor nu?
Hoe meer ik mij er in verdiepte en dit in gebed bracht, hoe meer ik het voelde wringen! Ik kreeg het vanuit de Bijbel niet rond. Integendeel! "Zij gingen overal heen om te prediken, en de Heere werkte mee en bevestigde het Woord door de tekenen die erop volgden." (Marcus 16:20)
Jezus bevestigt Zijn Woord! Waarom zou Jezus mij in deze tijd wel vragen om het evangelie te verkondigen, maar dit niet meer bevestigen? Waarom zou Jezus Zijn eigen onderwijs later, in onze tijd, ineens weer ontkrachten of weer inperken? Of nog een stapje verder: Waarom zou Jezus nu anders zijn dan toen? En waarom nu andere dingen van Zijn leerlingen vragen dan toen? God is toch altijd dezelfde in het verleden, het heden en de toekomst? Zijn Naam is immers JHWH, Ik ben!
Lijnen door de Bijbel
Door de hele Bijbel heen lopen allerlei prachtige lijnen. We lezen over wat God beloofd aan Israël, Zijn volk. We lezen over de beloften voor de heidenen, voor ons dus. We lezen tal van profetieën, waarvan een deel nog steeds in vervulling moet gaan. Profetieën die verder gaan, dan de tijd van de Bijbel zelf. Profetieën over de tijd waarin wij leven tot en met de tijd dat Jezus terug komt en de nieuwe hemel en de nieuwe aarde realiteit zullen worden.
"En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn." (Openbaringen 21:4) Dat is het perspectief dat God ons geeft.
Het bijzondere is, dat God daar niet aan het eind van de Bijbel ineens mee aan komt zetten. Jesaja profeteerde hier namelijk al over! "Hij zal de dood voor altijd verslinden, de Heere HEERE zal de tranen van alle gezichten afwissen en de smaad van Zijn volk wegnemen van heel de aarde, want de HEERE heeft gesproken." (Jesaja 25:8) "Dan zullen de ogen van de blinden worden opengedaan, de oren van de doven zullen worden geopend. Dan zal de kreupele springen als een hert, de tong van de stomme zal juichen." (Jesaja 35:5)
Wanneer Johannes in de gevangenis zit, hoort hij van zijn leerlingen over de wonderen die Jezus doet. Zijn reactie is heel bijzonder! Hij stuurt zijn leerlingen naar Jezus toe om te vragen: "Bent U het Die komen zou of verwachten wij een ander?" (Mattheus 5:3) Johannes kent de profetieën! Hij wist hoe de Messias herkenbaar zou zijn.
Jezus stuurt de leerlingen terug met het volgende antwoord: "Blinden worden ziende en kreupelen kunnen lopen; melaatsen worden gereinigd en doven kunnen horen; doden worden opgewekt en aan armen wordt het Evangelie verkondigd; en zalig is hij die aan Mij geen aanstoot neemt." (Mattheus 11:5-6) Aan de vruchten herkent men de boom!
Johannes herkent Jezus, de beloofde Messias, aan Zijn werken! Met de wonderen die Jezus doet, wijst Hij weer vooruit naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Wat er dan zal zijn, mag nu al zichtbaar worden. Eerst was er de tijd van uitzien naar de komst van de Messias. Maar nu Hij gekomen is, is de tijd aangebroken van uitzien naar de dag dat Hij plaats zal nemen op de troon van David in Jeruzalem!
Ook voor nu
We hebben in de eerdere Bijbelstudies gezien, dat Jezus Zijn leerlingen opdraagt om dat evangelie in woord en daad te verkondigen totdat Hij opnieuw zal komen. Dat zal niet eerder zijn dan wanneer alle volken dit evangelie hebben gehoord en de tekenen er van hebben gezien. Want dat is de lijn die door de geschiedenis loopt. Het kwaad moet ontmaskert worden, herstel mag nu al zichtbaar worden! Is dat niet iets wat juist ook in deze tijd volop nodig is?
Nergens in de Bijbel heb ik tot nu toe iets terug kunnen vinden om te onderbouwen, dat deze dingen 'alleen voor toen' waren. Integendeel!
Bovendien ontstaan er juist steeds meer vragen ... Het doorbreekt doorgaande lijnen, het geeft ruimte aan allerlei tegenstrijdigheden en onlogische redenaties, het maakt mensen passief en, het duwt de Heilige Geest buiten spel.
En belangrijker nog: de God van de Bijbel zou daarmee nu anders handelen dan voorheen. En belijden we juist niet, dat Hij altijd dezelfde is? En dus kan ik geen andere conclusie trekken, dan dat alles ook in deze tijd overeind blijft staan. Dat de opdracht van Jezus aan Zijn leerlingen ook Zijn opdracht aan ons is!
Paulus schrijft: "Want het Koninkrijk van God bestaat niet in woorden, maar in kracht." (1 Korintiërs 4:20) Woorden en kracht gaan altijd samen! Een wezenlijk kenmerk van het Koninkrijk van God!
En ook Petrus zit op deze lijn: "Als iemand spreekt, dan als iemand die de woorden van God spreekt; als iemand dient, dan als iemand die dient uit kracht die God schenkt; zodat God in alles verheerlijkt wordt door Jezus Christus. Hem komt de heerlijkheid en de kracht toe, tot in alle eeuwigheid. Amen." (1 Petrus 4:11) Gods kracht, die zichtbaar werd in Jezus, is door de Heilige Geest ook zichtbaar bij wie Jezus volgt. Zij mogen gaan en handelen in Zijn autoriteit.
Ingeschakeld voor het Koninkrijk
Jezus zet Zijn leerlingen aan het werk. Niet alleen toen, maar ook nu. Hij schakelt ons in voor Zijn missie: bij de ontmaskering van het kwaad en bij het zichtbaar maken van het Koninkrijk van God.
En daarbij spreekt Jezus meerdere keren ook over genezing. Hij draagt Zijn leerlingen op om zieken de handen op te leggen, zoals Hij dat zelf ook deed. Jezus zegt niet tegen de zieken, dat ze maar moeten bidden tot God om genezing. En dat is ook niet de boodschap waarmee Hij Zijn leerlingen op pad stuurt. Jezus legt zieken de handen op en spreekt genezing uit. Hij bidt voor hen en de ziekte moet wijken.
Gods recht moet weer zichtbaar worden op aarde! Jezus kwam immers om te herstellen wat stuk is. Jesaja profeteerde over Hem: "Voorwaar, onze ziekten heeft Hij op Zich genomen, ons leed heeft Hij gedragen. Wij hielden Hem echter voor een geplaagde, door God geslagen en verdrukt. Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheid verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen." (Jesaja 53:5) Zonder Jezus is er geen genezing mogelijk!
In Spreuken 20:30 staat: "Striemen en wonden zuiveren het kwaad uit, evenals slagen de schuilhoeken van het binnenste zuiveren." Dat Jezus deze 'zuivering van het kwaad' moest ondergaan, was vanwege onze zonden en onze schuld. Hij onderging het, om ons te bevrijden van de vloek van dit kwaad. Hij ontmaskerde het kwaad en bracht licht in onze duisternis.
Strijd
Waar licht is, daar is de duisternis verdreven. Toch zal de duisternis telkens weer terrein proberen terug te winnen. Paulus schrijft: "Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel als kinderen van het licht. (...) En neem niet deel aan de onvruchtbare werken van de duisternis, maar ontmasker ze veeleer." (Efeze 5:8)
Jezus heeft ons uit de duisternis gehaald en in het licht gezet. En telkens wanneer het kwaad weer in ons leven binnen probeert te dringen, zullen we dat kwaad moeten ontmaskeren. Jezus heeft het kwaad overwonnen en daar mogen we het kwaad telkens weer aan herinneren vanuit de autoriteit die Jezus ons zelf heeft gegeven.
We kunnen in ons leven heel fysiek te maken krijgen met het kwaad: verleiding, ziekte, demonische bindingen, dood. En we hebben dan de neiging om daar ook vanuit deze aardse realiteit op te reageren. Heb je te maken met de gevolgen van verleiding door eten? Dan doe je alle ongezonde dingen de deur uit of ga je op een dieet. Wordt je verleid door porno op het internet? Dan neem je een internetfilter. Ben je ziek, dan ga je naar een dokter en slik je medicijnen. Toch? Of toch niet ...
Paulus laat ons verder kijken dan onze neus lang is! "Want al wandelen wij in het vlees, wij voeren geen strijd naar het vlees. De wapens van onze strijd zijn immers niet vleselijk, maar krachtig door God, tot afbraak van bolwerken. Want wij breken valse redeneringen af en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God, en wij nemen elke gedachte gevangen om die te brengen tot de gehoorzaamheid aan Christus, (2 Korintiërs 10:3-5)
Geestelijke oorlogsvoering
Onze strijd is een geestelijke strijd en die win je niet met de oplossingen van deze wereld! Geestelijke strijd win je met de wapenrusting van God (Efeze 6), met de middelen die God ons geeft! Jacobus laat ons zien hoe dat werkt: "Is iemand onder u ziek? Laat hij dan de ouderlingen van de gemeente bij zich roepen en laten die voor hem bidden en hem met olie zalven in de Naam van de Heere. En het gelovig gebed zal de zieke behouden en de Heere zal hem weer oprichten. En als hij zonden gedaan heeft, zal hem dat vergeven worden. Belijd elkaar de overtredingen en bid voor elkaar, opdat u gezond wordt. Een krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand." (Jacobus 5:14-16)
Ziekte geeft ons allerlei lichamelijke ongemakken, soms zeer ernstig, zelfs zo ernstig dat iemand er door overlijdt. Dat is de aardse realiteit. En als we niet verder kijken dan dat, dan grijpen we naar aardse middelen: artsen, therapeuten, medicijnen, enzovoort.
Maar Paulus, Jacobus en ook Jezus zelf laten ons zien, dat er achter ziekte ook een geestelijke realiteit schuil gaat. "Wij houden onze ogen immers niet gericht op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn van het ogenblik, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig." (2 Korintiërs 4:18)
Ziekte is een uitwas van het kwaad, dat niet in Gods schepping thuis hoort. Een middel van satan om ons te verwarren, te ontmoedigen, te misleiden. Een middel om ons vertrouwen op God aan te tasten, ons te doen twijfelen of ons tegen God op te zetten in boosheid. Dit kwaad hoort niet in ons leven! Het staat Gods Koninkrijk in de weg! En daarom moet het ontmaskerd worden, zoals Jezus het kwaad ontmaskerde. En daarvoor schakelt Hij ons als mensen in.
Bidden voor elkaar
Jezus wijst ons daarin de weg. Hij liet de zieken niet zelf aanmodderen. Hij bad voor hen en ze werden genezen. En Jezus stuurde Zijn leerlingen er op uit om hetzelfde te doen. Jacobus lijkt die lijn door te trekken en zegt niet tegen de mensen: 'Ga met je ziekte naar God. Vraag maar of Hij je wil genezen.' Nee, Jacobus weet, dat ziekte niet van God komt en hij weet dat God wil genezen. Hij kent het kwaad dat achter de ziekte en gebrokenheid in deze wereld zit!
En daarom zegt hij: 'Ga er mee naar degenen die geestelijk leiding geven in de gemeente. En zij zullen voor de zieke bidden. Maak er een geestelijke strijd van in plaats van een aardse. En God zal "hun woorden bevestigen met tekenen en wonderen".
We mogen elkaar herinneren aan de identiteit en de geestelijke realiteit die we hebben in Christus. Licht brengen waar duisternis is. Het kwaad ontmaskeren! Gods Koninkrijk mag daarin nu al zichtbaar worden! Voor Jezus is niemand ongeneeslijk ziek!
Het kan soms zijn, dat bij zo'n gebed bepaalde zonden aan het licht komen. Het zijn in Gods aanwezigheid en het ontvangen van genezing kan iemand zo overweldigen, dat iemand spontaan zonden gaat belijden.
Het kan ook zijn, dat iemand zelf de conclusie trekt dat er een verband ligt tussen enerzijds de ziekte en anderzijds de zonde. Van David weten we dat hij zich ziek voelde, doordat hij zonden voor God verborgen hield. Licht en duisternis verdragen elkaar immers niet?
Overigens weten we uit het onderwijs van Jezus ook, dat er niet altijd een relatie hoeft te zijn tussen zonde en ziekte! Ten onrechte zijn veel mensen beschadigd op dit punt!
Ook als het gaat om zonden belijden, zegt Jacobus opnieuw niet, dat we dat dan maar zelf aan God moeten belijden. Hij zegt: "belijd elkaar de overtredingen". Breng het in de openheid! Ontmasker samen het kwaad! Belijd het aan de anderen, en laat hén dan voor je bidden en er zal genezing zijn!
Het mooie is, dat hier ook nog een ander belangrijk Bijbels en geestelijk principe zichtbaar wordt. De zieke moet de oudsten (meervoud!) bij zich roepen. Dat betekent, dat er ten minste twee oudsten zullen komen. Ik moet hierbij denken aan de woorden van Jezus: "Waar twee of drie in Mijn Naam bijeengekomen zijn, daar ben Ik in hun midden." (Mattheus 18:20) Paulus schrijft later: "In de mond van twee of drie getuigen zal elke zaak vaststaan." (2 Korinthe 13:1) Zowel Jezus als Paulus grijpen hier terug op wat God heeft bepaald in de Thora (Deuteronomium 17:6) Iets staat vast wanneer er twee of drie getuigen zijn. Waar 2 of drie getuigen zijn, daar kan recht gesproken worden in Gods aanwezigheid! En daarom heeft de zieke anderen nodig!
In Naam van Jezus en in Gods aanwezigheid mag er recht gedaan worden. Via die weg belooft God vergeving. Het bijzondere is, dat er vervolgens ook genezing zal zijn.
Ik vind dit telkens weer heel indrukwekkend om te lezen! Juist in dat samenzijn met elkaar als gelovigen, waar de horizontale lijn (mensen onderling) en de verticale lijn (God en mens) samenkomen. Juist daar mag lichamelijk herstel en herstel in de relatie met God plaats vinden.
We mogen elkaar de rijkdom van het evangelie voorhouden én de kracht er van zichtbaar maken: "Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout, opdat wij, voor de zonden dood, voor de gerechtigheid zouden leven. Door Zijn striemen bent u genezen." (1 Petrus 2:24) Petrus citeert hier uit Jesaja 53:4. Petrus heeft er zelf getuige van mogen zijn, dat deze profetie in vervulling ging! Hij heeft met eigen ogen de genezingen gezien, niet alleen toen Jezus bad voor mensen, maar ook toen hij zelf bad voor mensen.
Lastige vragen
Bidden voor genezing ... enerzijds een geweldig evangelie, maar aan de andere kant stelt het ons ook voor lastige en heel persoonlijke vragen! Soms met daarachter veel verdriet. Mensen hebben soms heel veel gebeden voor genezing van iemand van wie ze veel hielden, maar toch is iemand overleden. Of ze bleven zelf ziek, terwijl iemand anders genezing ontving. Mensen die al jaren lichamelijk of psychisch ziek zijn en geen uitzicht meer zien. Als God geneest, waarom doet Hij het dan niet?
En ik kan alleen maar zeggen: Ik weet het niet! Ik heb voor veel mensen mogen bidden. En de één heb ik zien genezen, terwijl er bij de ander niet of nauwelijks iets veranderde. Ik heb het aan den lijve ondervonden, dat ik met heel veel pijn rond liep wekenlang, gebeden heb en voor me heb laten bidden. En er veranderde niets ... En terwijl ik met deze pijn zat, bad ik voor iemand die een longontsteking had en hij werd ter plekke genezen. Waarom hij wel en ik niet op dat moment? Ik weet het niet! (Overigens heb ik ruim een week later alsnog genezing mogen ontvangen!)
Ik ken mensen, die heel dicht bij God leven en toch met ernstige ziekte te maken kregen, ondanks heel veel gebed, ook door en met anderen. Waarom deze weg voor hen? Waarom geen genezing als dat is wat God belooft? Ik weet het niet!
Soms zien we maar een klein stukje. Ik heb ook eens voor een oudere vrouw gebeden, die veel pijn had in haar knie. Een week later vertelde ze, dat de pijn in haar knie er nog was, maar haar eenzaamheid van binnen weg was! Mijn focus was op haar knie, maar blijkbaar had God iets heel anders op het oog. Iets dat voor haar ook veel belangrijker was: gezien worden door God!
Ik heb veel wonderen mogen ervaren, maar ook de pijn, teleurstelling en soms boosheid wanneer er ogenschijnlijk niets veranderde. En dan heb ook ik niet de antwoorden ... En daar houden we als mensen niet van! We willen het graag snappen en op een rijtje hebben! Maar ik heb ervaren, dat wanneer ik antwoorden moet gaan bedenken op al deze vragen ik er niet uit kom! Ik moet dan allerlei redenaties gaan opzetten, verklaringen gaan bedenken ... en zo ontstaat er dan een theologie waarin ik misschien wel antwoorden heb, maar die ik niet kan rijmen met de Bijbel. En dus laat ik het los ...
Gehoorzaamheid
Als Jezus de opdracht geeft om het evangelie te verkondigen, zieken de handen op te leggen, demonen uit te drijven, enzovoort, wie ben ik dan om daaraan niet te gehoorzamen? Mag het feit, dat ik anders met teveel vragen geconfronteerd wordt, reden zijn om deze opdracht naast me neer te leggen? Moet ik ophouden met recht spreken, waar onrecht is? Moet ik ophouden met het ontmaskeren van satan, waar Jezus juist opdracht geeft om hem te ontmaskeren en ons daar ook de autoriteit en de gaven voor heeft gegeven?
Als Jezus zegt, dat er genezing zal zijn als we mensen de handen op leggen in Zijn Naam en als God bij monde van Jacobus zegt, dat er genezing zal zijn waar er vergeving is, wie ben ik dan om daar aan te twijfelen? Alles wat God doet, gaat mijn begrip ver te boven! Ook ik heb nog veel vragen, gebeurtenissen die ik niet begrijp, vragen waar ik niet uit kom.
Door alles wat ik lees in de Bijbel heb ik daarin rust gevonden. Juist omdat ik zoveel niet begrijp, houd ik het maar bij eenvoud. Gewoon doen wat Jezus zegt. Geloven dat God vandaag dezelfde is als in de tijd van de Bijbel. Onder de indruk zijn van de geweldige wonderen die ik mee mag maken. Onder de indruk zijn hoe God het kwaad ontmaskert! Gewoon gehoorzaam zijn aan wat God zegt.
Meer dan overwinnaars
"Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken? Wie zal beschuldigingen inbrengen tegen de uitverkorenen van God? God is het Die rechtvaardigt. Wie is het die verdoemt? Christus is het Die gestorven is, ja wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook aan de rechterhand van God is, Die ook voor ons pleit. Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard? Zoals geschreven staat: Want omwille van U worden wij de hele dag gedood, wij worden beschouwd als slachtschapen. Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad." (Romeinen 8:31-37)
Het bijzondere is: in Openbaringen lees ik opnieuw over 'overwinnaars'. Het gaat daar over de tijd, dat het oordeel van God over de wereld zal gaan. Maar sommigen blijven gespaard, namelijk 'de overwinnaars'! "En de overwinnaars van het beest, van zijn beeld, van zijn merkteken en van het getal van zijn naam stonden bij de glazen zee, met de citers van God. En zij zongen het lied van Mozes, de dienstknecht van God, en het lied van het Lam, met de woorden: Groot en wonderbaarlijk zijn Uw werken, Heere, almachtige God; rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Koning van de heiligen! Wie zou U niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? Immers, U alleen bent heilig. Want alle volken zullen komen en U aanbidden, want Uw oordelen zijn openbaar geworden." (Openbaringen 15:2-4)
Wanneer ik geloof, dat Jezus is de Christus, de Messias, de Zoon van de levende God, dan geldt ook voor mij, dat ik "meer dan overwinnaar ben". Jezus stuurt ook mij er op uit om het kwaad te ontmaskeren. Om mensen te vertellen over de redding en het herstel door Jezus. Om te bidden voor wie ziek is.
Jezus zegt, ook tegen mij: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader. En wat u ook zult vragen in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden. Als u iets vragen zult in Mijn Naam, Ik zal het doen." (Johannes 14:12-14)