roeping

Kijken naar wat je hebt

Als ik gevraagd wordt om een bepaalde klus te gaan doen, dan voel ik meteen een soort stress. Er komen verschillende gedachten in mij op: Daar ben jij toch eigenlijk niet goed genoeg voor? Anderen kunnen dat toch veel beter? Daar heb jij toch helemaal geen tijd voor? Hoe zou je dat ooit moeten doen? Daar heb je toch helemaal de spullen of het geld niet voor?

Ook als God mij iets op mijn hart legt om iets te gaan doen, dan heb ik vaak allerlei redenen om het maar niet te doen. Iemand vragen of je voor hem of haar mag bidden? Dat vindt die ander vast heel raar. En stel dat er dan niets gebeurt? Iemand mijn hulp aanbieden? Maar ik heb het al zo druk! Met hem een praatje gaan maken? Maar dat is zo'n vreemde figuur, daar heb ik helemaal geen klik mee! God vraagt soms echt onmogelijke dingen! Meestal zelfs! Toch?

In Marcus 6 lees je hoe Jezus met Zijn leerlingen op zoek is naar een rustige plek. Maar de mensen komen massaal achter Hem aan. "Toen hij uit de boot stapte, zag hij een grote menigte en voelde medelijden met hen, omdat ze leken op schapen zonder herder, en hij onderwees hen langdurig." (Marcus 6:34) Jezus kán deze mensen niet negeren. Ze zijn in nood. Ze hebben honger; geestelijke honger! Hij kán hen niet zomaar negeren.

Menselijk denken

Na een tijdje worden de discipelen zenuwachtig. "Toen er al veel tijd was verstreken, kwamen zijn leerlingen naar hem toe en zeiden: ‘Dit is een afgelegen plaats en het is al laat. Stuur hen weg, dan kunnen ze naar de dorpen en gehuchten in de omtrek gaan om eten te kopen.’" (Marcus 6:35-36) Al die mensen hebben eten nodig! Tijd om een eind aan de bijeenkomst te maken, vinden de leerlingen van Jezus. Dan kan iedereen eten gaan halen. De discipelen komen met een heel praktisch plan.

Maar Jezus heeft een heel ander plan! "Geven jullie hun maar te eten!" (Marcus 6:37a) Dan slaat de paniek toe bij de leerlingen! "Ze vroegen hem: ‘Moeten wij dan voor tweehonderd denarie brood gaan kopen om hun te eten te geven?’" (Marcus 6:37b) Wat een onmogelijk plan van Jezus! Dat is praktisch toch niet uitvoerbaar? En, alsof de paniek nog niet groot genoeg is, gaat Jezus nog een stapje verder: "Toen zei hij: ‘Hoeveel broden hebben jullie bij je? Ga eens kijken.’ En nadat ze waren gaan kijken wat ze bij zich hadden, zeiden ze: ‘Vijf, en twee vissen.’" (Marcus 6:38) 'Daar kom je niet erg ver mee bij zo'n mensenmassa. Een verwaarloosbare hoeveelheid!' zullen de discipelen gedacht hebben. 'Hoe krijgen wij(!) dit allemaal voor elkaar?!'

Verander je focus

Deze geschiedenis staat bekend als de wonderbare spijziging. De NBV heeft 'het teken van de broden' er boven gezet. Ik denk, dat dat meer recht doet aan Jezus' bedoeling. Maar nog niet genoeg. Jezus doet nooit zomaar wonderen. Wanneer het alleen om het wonder zelf zou gaan, om te laten zien wie Hij is, dan zou Marcus vast meer hebben verteld over de reacties van alle mensen. Bijvoorbeeld, dat er velen tot geloof kwamen ofzo. Maar daar over lezen we niets!

Daarom denk ik zelf, dat Jezus hier vooral de discipelen iets wil leren. Hij wil ze anders leren kijken en anders leren denken. Een verandering tussen hun oren! Zij zien nu alleen maar de grote mensenmassa. Ze merken dat het einde van de dag nadert en er gegeten moet worden. 'Hoe gaan we dit organiseren?' Ze hebben er al heel praktisch over nagedacht gezien hun opmerking over de 200 denarie. Een denarie was het gemiddelde loon voor 1 dag werken. Voor 200 denarie moest je dus ruim 7 maanden werken. Geld, dat ze waarschijnlijk niet hadden.

De leerlingen kijken dus naar de omstandigheden. Maar Jezus wil ze ánders laten kijken: 'Kijk nu eens wat er is! Er is brood en vis.' Op het eerste oog gewoon het dagelijkse voedsel, zeker in die streken. Maar Jezus wil, dat ze verder kijken dan dat! Daarvoor moeten we ook even terug kijken naar wat Jezus eerder al tegen hen heeft gezegd over 'brood'.

"Er staat geschreven: “De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God.”’ (Matteüs 4:4) Denk niet dat je er bent, wanneer je je maag kunt vullen met brood. Alleen Gods woord, het Levende Woord, oftewel Jezus zelf, kan pas echt verzadigen. En dat zie je ook terug in het Onze Vader: "Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben." (Matteüs 6:11) Vul ons elke dag met het Levende Woord. Oftewel: laat ons elke dag vol zijn van Jezus!

Ook de opdracht van Jezus voor de discipelen aan het begin van Marcus 6 past in die lijn: "Hij droeg hun op niets mee te nemen voor onderweg, geen brood, geen reistas en geen geld, alleen een stok." (Marcus 6:8) Hij wil dat ze zich geen zorgen maken over eten, drinken, kleding, enzovoort. Zij moeten zich bezig houden met dat waarvoor ze geroepen zijn! Ze moeten zich niet laten leiden door hun omstandigheden.

Geen zorgen

Die les lezen we ook in Matteüs 6: "Daarom zeg ik jullie: maak je geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam en over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding? Als God het groen dat vandaag nog op het veld staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zo veel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal hij jullie dan niet kleden, kleingelovigen? Vraag je dus niet bezorgd af: “Wat zullen we eten?” of: “Wat zullen we drinken?” of: “Waarmee zullen we ons kleden?” – dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden. Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last." (Matteüs 6:25, 30-34)

Brood en vis

Nog even terug naar het brood en de vis. Met het brood herinnert Jezus Zijn leerlingen aan wie Hij is: het Levende Woord, het Brood dat leven geeft. Maar met de vis herinnert Hij hen ook aan hun roeping! "Toen Jezus langs het Meer van Galilea liep, zag hij Simon en Andreas, de broer van Simon, die hun netten uitwierpen in het meer; het waren vissers. Jezus zei tegen hen: ‘Kom, volg mij! Ik zal van jullie vissers van mensen maken.’ " (Marcus 1:16-17) Vissen als symbool voor mensen, die Gods redding nodig hebben. Redding door het offer van Christus. Dat is de boodschap die Jezus komt brengen. En dat is de boodschap die zijn leerlingen weer moeten doorgeven.

En waar Jezus is, daar is veel 'vis' te vangen! Hij is niet alleen het Levende Woord, maar ook het Levende Water. En waar dat water is, daar is leven! Lees de profetie van Ezechiël maar eens: "Het zal er wemelen van levende wezens, overal waar de rivier stroomt komt leven, er zal vis zijn in overvloed. Als dit water in de Dode Zee aankomt wordt het water daar zoet; overal waar de rivier stroomt komt leven. Van Engedi tot En-Eglaïm zullen er vissers staan, en er zullen droogplaatsen voor netten zijn. Er zullen net zo veel soorten vis zijn als in de Grote Zee. (Ezechiël 47:9-10)

En ook even terug naar de leerlingen van Jezus. "We hebben hier niets, alleen vijf broden en twee vissen." (Matteüs 14:17) Wat zitten ze er ver naast met deze opmerking! Want alles wat die grote mensenmassa nodig heeft, is aanwezig: Levend Brood en Levend Water! En dus een heleboel 'vis' om te vangen!

Waar ligt jouw focus?

Wat zeg jij als God jou iets op je hart legt? Wanneer Hij jou een bepaalde opdracht, een roeping, geeft? Wanneer Hij tegen jou zegt: 'Geef jij hen maar te eten.'? Zeg je net als de leerlingen van Jezus: 'Ik heb hier niets, alleen vijf broden en twee vissen.'? Of: 'Daar hebben we toch een werkgroep in de kerk voor?' Of: 'Ik heb helemaal geen tijd! Ik kan dat helemaal niet! Ik heb helemaal niets met die jongen of dat meisje!' Of ...

Net als toen tegen de discipelen zegt Hij ook tegen jou: 'Kijk eens goed om je heen naar wat je hebt! Kijk nu eens naar dat waar het écht om gaat! Kijk niet naar de omstandigheden, maar naar Mij: het Levende Woord en het Levende Water! Ik ben bij je! Kijken eens verder dan je omstandigheden, dan de onmogelijkheden, dan dat brood en die vis!'

Ik wil je uitdagen om open te staan voor dat waar Jezus jou voor roept! Sta op en gooi je net uit! Kijk niet naar de omstandigheden, naar je eigen beperkingen of wat dan ook, maar kijk naar Jezus zelf! Doe wat Simon deed toen Jezus na een hele nacht vissen en niets vangen tegen hem zei dat hij zijn netten aan de andere kant van de boot uit moest gooien: "Meester, de hele nacht hebben we ons ingespannen en niets gevangen. Maar als u het zegt, zal ik de netten uitwerpen." (Lucas 5:5)

Simon zei niet, dat het onmogelijk was, of dat hij moe was of gefrustreerd. Nee, hij gehoorzaamde Jezus op Zijn woord. Als je zo Jezus volgt, dan zal Hij je zegenen, net als bij Simon: "En toen ze dat gedaan hadden, zwom er zo’n enorme school vissen in de netten dat die dreigden te scheuren." (Lucas 5:6) Je zult verbluft zijn, net als Simon: "Toen Simon Petrus dat zag, viel hij op zijn knieën voor Jezus neer en zei: ‘Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig mens.’ Hij was verbijsterd, net als allen die bij hem waren, over de enorme hoeveelheid vis die ze gevangen hadden; (Lucas 5:8-9)

God wil jou gebruiken om anderen tot geloof te brengen, te bemoedigen, te helpen, te vertellen over Hem, voor hen te bidden. Hij wil jou inschakelen om Zijn Koninkrijk zichtbaar te maken. In jouw gemeente, op school, in de trein, tijdens het shoppen of het uitgaan, op je sportclub, op de camping ... Durf je het aan?

Om over na te denken

  • Ben je wel eens gevraagd voor een bepaalde taak, bijvoorbeeld in de kerk waar je naar toe gaat? Weet je nog welke gedachten je daar toen bij had? Was je meteen enthousiast? Of had je ook belemmerende gedachten? Ben je het uiteindelijk gaan doen?
  • Heb je wel eens iets gedaan waar je eerst eigenlijk heel erg tegen op zag, maar het uiteindelijk toch heel erg mee viel? Weet je nog waarom je er zo erg tegen op zag? En heb je een idee waarom het uiteindelijk toch mee viel?
  • Heb je wel eens gemerkt dat God je hielp op een moment of in een situatie dat je het zelf eigenlijk niet mer zag zitten? Wanneer was dat?
  • Jezus leert Zijn leerlingen om niet naar de omstandigheden te kijken of naar hun eigen gebreken. Hoe zit dat bij jou? Kun jij dat? Wat heb jij nodig om daar in te groeien?
  • Heb jij wel eens een bepaalde gedachte gehad, waarvan je in je hart voelde dat God je een bepaalde opdracht gaf? Weet je nog welke gedachten je daar toen bij had? Was je meteen enthousiast? Of had je ook belemmerende gedachten? Ben je het uiteindelijk gaan doen?
  • Heb je wel eens iets gemerkt van de zegen van God toen je gehoorzaamde aan wat hij je op je hart had gelegd? Wat gebeurde er toen? En wat heeft dat uiteindelijk betekent voor een ander? En voor jezelf? En voor jouw geloof?
  • Durf je net als Simon te zeggen tegen God: "Maar als U het zegt, zal ik de netten uitwerpen."?

Gebruikte Bijbelteksten

Ezechiël 47:9–10
Mattheüs 4:4
Mattheüs 6:11
Mattheüs 6:25-34
Mattheüs 14:17
Markus 1:16–17
Marcus 6
Lukas 5:5-9

Meer lezen in de Bijbel

Johannes 15:9-17
Handelingen 2:37-47
Romeinen 8:18-30
2 Tessalonicenzen 2:13-17
2 Petrus 1:3-15

Gebed

Vader, wat hebt U mij mooi gemaakt! Dank U wel voor alle gaven en talenten die ik heb. Dank U voor alle momenten waarop U mij hielp toen ik het zelf even niet zag zitten. Dank U, dat U mij wilt gebruiken in Uw Koninkrijk. Dank U voor Uw geduld met mij. Vergeef me dat ik nog zo vaak kijk naar de omstandigheden. Dat ik alleen maar mijn eigen beperkingen zie in plaats van Uw oneindige mogelijkheden. Vergeef me dat ik taken heb laten liggen of mensen heb laten staan, terwijl U me juist wilde gebruiken. Werk in mij door uw Heilige Geest. Leer mij om U te gehoorzamen. Leer me te kijken naar wat ik heb in plaats van naar wat ik niet heb. Leer me denken in mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden. Geef me geloof om te doen wat ik zelf niet kan. Leer me te vertrouwen op U en op Uw zegen. Zodat U alle eer zult krijgen door wat ik voor U mag doen!

In Jezus' Naam, Amen!