Meer? Of meer dan genoeg?
Een actuele vraag in deze tijd van 'economische crisis'! Iedereen wil meer, maar moet het doen met minder. 'We gaan zware tijden tegemoet!' zo klinkt het. Het werkt haast verlammend; het maakt onzeker. Eind jaren zeventig kwam in christelijk Nederland de term 'de economie van het genoeg' op. Een term die nu ook weer uit de kast wordt gehaald. Een tegengeluid op de vraag naar meer!
Ook als het gaat om 'geloof' klinkt de vraag naar 'meer' nogal eens. Verlangen naar meer van de Geest, naar meer geloofszekerheid, naar meer zien van God in je leven. Het kan een oprecht en intens verlangen zijn.
Meer geloof
Vandaag las ik Lucas 17. Ik bleef hangen bij vers 5: "Toen zeiden de apostelen tegen de Heer: ‘Geef ons meer geloof!’” (Lucas 17:5).
Wat een herkenbare vraag! Is dat niet het verlangen van velen van ons? Je zou verwachten, dat Jezus blij is met die vraag! Maar Zijn antwoord is totaal anders dan ik verwacht had! "De Heer zei: ‘Als jullie geloof hadden als een mosterdzaadje, zouden jullie tegen die moerbeiboom zeggen: “Trek je wortels uit de grond en plant jezelf in de zee!” en hij zou jullie gehoorzamen." (Lucas 17:6)
De discipelen stellen de vraag als reactie op een opdracht die Jezus hen net daarvoor gaf: "Let dus goed op jezelf! Indien een van je broeders of zusters zondigt, spreek die dan ernstig toe; en als ze berouw hebben, vergeef hun. En als ze zevenmaal op een dag tegen je zondigen en zevenmaal naar je terugkeren en zeggen: “Ik heb berouw,” dan moet je hun vergeven.’ "(Lucas 17:3,4) Als ze dát horen, zakt de moed hen blijkbaar in de schoenen.
Om dát te kunnen, moet je wel heel veel geloof hebben, zo denken ze. Maar Jezus leert hen iets heel anders! Het gaat niet om de hoeveelheid, maar het gaat er om dat je het gebruikt!
Verwachting en vertrouwen
Uit de vraag van de discipelen blijkt hun menselijke denken. En inderdaad: wat Jezus hen vraagt, is menselijk gezien teveel gevraagd. Maar Jezus wil hen juist leren, dat geloven betekent: het 'menselijke' los laten en alles van God verwachten. Zonder twijfel en zonder reserves Hem door je heen laten werken.
Zo lezen we in Matteüs 8 over een Romeinse ceinturio wiens slaaf ernstig ziek is. Hij zegt: "U hoeft alleen maar te spreken en mijn slaaf zal genezen." (Matteüs 8:8) Hij erkent Jezus zeggenschap! Hij twijfelt er geen moment aan of Jezus dit wel kan. Hij geeft zelfs aan, dat Jezus echt niet met hem mee naar huis hoeft te komen. Jezus' woord is al genoeg!
"Toen Jezus dit hoorde, verbaasde hij zich en hij zei tegen degenen die hem volgden: ‘Ik verzeker jullie: bij niemand in Israël heb ik zo’n groot geloof gevonden." (Matteüs 8:10)
In Matteüs 17 lezen we hoe het de discipelen niet lukt om een demon uit te drijven. Als ze vragen waarom het hen niet lukt en Jezus wel zegt Hij: "Vanwege jullie gebrek aan geloof. Ik verzeker jullie: als jullie geloof hebben als een mosterdzaadje, dan zullen jullie tegen die berg zeggen: “Verplaats je van hier naar daar!” en dan zal hij zich verplaatsen. Niets zal voor jullie onmogelijk zijn." (Matteüs 17:20)
Een vergelijkbaar antwoord dus als in Lucas 17. Gebrek aan geloof. De discipelen moeten niet zélf proberen de demon uit te drijven, maar moeten dat van God verwachten, die hen daarvoor wil gebruiken.
Als ik deze teksten zo op een rijtje zet, dan merk ik enige verwarring opkomen. De ene keer geeft Jezus aan, dat het niet gaat om méér geloof, een andere keer zegt Hij dat Hij nergens zo'n groot geloof heeft gevonden en weer een andere keer heeft hij het over gebrek aan geloof. Het lijkt elkaar tegen te spreken.
Gebruiken wat je hebt
Ik denk, dat Jezus ons wil duidelijk maken, dat de vraag naar 'meer' niet relevant is. Een klein beetje zou al genoeg zijn. Het gaat veel meer om de vraag wat je er mee doet. Gebruik je het ook echt? Ik kan een heleboel zout in huis hebben, maar als ik het niet gebruik zal de smaak van mijn eten er niet door veranderen.
Zo kan ik heel veel geloof hebben, maar als ik er niets mee doe, dan heb ik er niets aan. Een groot geloof is dus vooral een geloof dat ook echt gebruikt wordt. Er niet aan twijfelen, dat God doet wat Hij belooft, ook nu al. Je niet laten beperken door wat menselijk gezien mogelijk is.
Als ik God vraag om meer geloof, vraag ik Hem dus eigenlijk of ik dat, wat ik heb gekregen, beter mag leren te gebruiken. Of Hij door Zijn Geest mij uit wil tillen boven de beperkingen van mijn menselijke denken. Meer geloof betekent: meer God en minder ik. En dan is een klein beetje al meer dan genoeg!