katt-yukawa-K0E6E0a0R3A-unsplash

Maak jij het verschil?

Op vrijdag doe ik de weekendboodschappen. Met een volle kar moet ik om bij de auto te komen vaak langs een straatkrantverkoper, een al wat oudere man. Elke week krijg ik weer die vraag in mijn hoofd: Zal ik een krantje meenemen of niet. Als ik hem niets geef voel ik me schuldig. Als ik hem wel wat geef ook. Want wat is nu €2,- ten opzichte van mijn volle kar met boodschappen. Hij moet daar minstens de hele ochtend staan om zijn kranten te slijten. En aan het eind van de dag heeft hij amper de helft van de waarde van mijn boodschappenkar in zijn zak. Ik zoek naar redenen om door te lopen ... Is het geen oplichter? Is hij niet verslaafd? Is het niet zijn eigen schuld dat hij daar staat? Hij kan toch ...

Ik moest aan hem denken toen ik de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus las. Vooral die ene zin: "Hij verlangde er naar verzadigd te worden met de kruimeltjes die van de tafel van de rijke man vielen." (Lucas 16:21 HSV) Wat is het toch oneerlijk verdeeld! Een rijke man voor wie elke dag een feest is. Voor zijn deur een doodzieke man, die leeft van het afval van de rijke. Elke dag dat de rijke man zijn huis in of uit ging, zag hij het! Maar blijkbaar kon het hem niets schelen ...

verschillen

Van de ene man horen we niet hoe hij heet, alleen wat hij is, namelijk 'rijk'. Dat is blijkbaar alles waar zijn leven om draait: genieten van zijn rijkdom. Maar hij gaat naamloos naar het dodenrijk ... Van de ander horen we wel hoe hij heet: Lazarus. Deze Griekse naam is afgeleid van het Hebreeuwse Eleazar, dat 'God helpt' betekent. Zijn naam geeft weer waar zijn verwachting ligt, namelijk bij God die helpt.

Na zijn zware leven wordt Lazarus "door de engelen in de schoot van Abraham werd gedragen." (Lucas 16:22 HSV) Abraham, ook wel 'vader van alle gelovigen' genoemd, leefde van wat God had beloofd. Zijn hart was helemaal op God gericht. Aan dat hart van Abraham mag Lazarus rusten. Lazarus, 'God helpt'.

Daar draaide het leven van Abraham om! En weet je wat bijzonder is? Toen de zoon die aan Abraham beloofd was maar niet kwam, benoemde hij zijn knecht Eliëzer als zijn erfgenaam. Ook Eliëzer betekent 'God helpt'. Zou het toeval zijn, dat Jezus in deze gelijkenis juist de naam Lazarus gebruikt?

volk van Abraham

Het verhaal van Jezus gaat verder ... De rollen worden min of meer omgedraaid. Beide mannen sterven. Lazarus komt in de hemel en de rijke man in het dodenrijk. "Hij riep: “Vader Abraham, heb medelijden met mij en stuur Lazarus naar me toe. Laat hem het topje van zijn vinger in water dompelen om mijn tong te verkoelen, want ik lijd pijn in deze vlammen.” (Lucas 16:24 NBV)

Ook de rijke man ziet zichzelf als een kind van Abraham. Maar voor hem was dat niet meer dan een feit. Voor zijn leven had het geen betekenis. Alles draaide om het genieten van het leven hier en nu. Maar nu is dat leven afgelopen ... Weg al zijn aardse rijkdom. Niemand kent nog zijn naam. Wanneer hij dat door heeft, verandert er iets bij hem ... Hij wil zijn broers waarschuwen! Hen mag dit niet overkomen ... Hij vraagt of Lazarus hen kan waarschuwen.

Toen zei de rijke man: “Dan smeek ik u, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, want ik heb nog vijf broers. Hij kan hen dan waarschuwen, zodat ze niet net als ik in dit oord van martelingen terechtkomen.” Abraham zei: “Ze hebben Mozes en de profeten: laten ze naar hen luisteren!” De rijke man zei: “Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe komt, zullen ze tot inkeer komen.”Maar Abraham zei: “Als ze niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat.”’ (Lucas 16:31 NBV)

Mozes en de profeten

De boodschap is duidelijk: De broers van de rijke man kennen "Mozes en de profeten", de eerste vijf Bijbel boeken en de boeken van de profeten dus. Ze kenden de woorden van Jesaja: "Zij verdraaien het recht van de zwakken en ontnemen de armen van mijn volk hun deel. Weduwen vallen hun ten prooi, wezen worden door hen beroofd. Maar wat doen jullie op de dag van de vergelding, wanneer ver weg de storm opsteekt? Bij wie zoeken jullie dan je toevlucht, waar laten jullie je rijke buit?" (Jesaja 10:2-3 NBV)

En deze woorden: "Is het niet: je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt rondloopt, je bekommeren om je medemensen?" (Jesaja 58:7 NBV)

Of de woorden van Amos: "Want ik weet hoe talrijk jullie misdaden zijn, hoe groot jullie zonden: jullie keren je tegen de onschuldigen, jullie ontvangen steekpenningen, jullie ontnemen de armen in de poort hun recht." (Amos 5:12 NBV) Of van Micha: "Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God." (Micha 6:8 NBV)

Koninkrijk van God

Jezus vertelt het verhaal over de rijke man aan de Farizeeërs. Hij gaat meteen flink los: "U wilt bij de mensen altijd voor rechtvaardig doorgaan, maar God kent uw hart. Wat bij de mensen in hoog aanzien staat, is een gruwel in de ogen van God. De Wet en de Profeten gaan tot aan Johannes: sindsdien wordt het koninkrijk van God verkondigd, en iedereen wordt met klem genodigd binnen te komen." (Lucas 16:15-16 NBV)

Eigenlijk zegt Jezus hier: 'Het gaat er niet om of je de wet kent en zelfs niet of je precies doet wat de wet zegt. Het gaat er om wat er in je hart is. Gaat het jullie er om of je in de hemel komt? Of gaat het je om 'recht doen'? Jullie maken een denkfout!' Sinds Johannes, zegt Jezus, "wordt het koninkrijk van God verkondigd".

Vanaf de zondeval was de mens niet langer op God gericht, maar op zichzelf. Zo had satan het hen ingefluisterd. Op die manier kreeg satan het voor het zeggen op aarde. Het leven was niet langer zoals God het had bedoeld. En dat kon Hij niet aanzien. Direct beloofde God herstel. Hij gaf zijn wet als houvast. Door te leven naar de wet ging het leven ervaren zoals God het ooit had bedoeld. Maar geen mens hield dat vol. Zelfs de Farizeeërs niet. Misschien leek het aan de buitenkant wel zo, maar "God kent uw hart" zegt Jezus tegen hen. Wat God daar ziet, past niet bij dat leven zoals Hij dat heeft bedoeld. In hun hart draait het niet om Hem maar om henzelf.

Alleen Jezus, Gods Zoon, was in staat om de hele wet te volbrengen. Hij kwam om de wet te volbrengen en de straf te dragen voor het niet leven naar de wet, voor elke zonde. Zo herstelde God Zijn Koninkrijk voor eeuwig. En in dat Koninkrijk is plaats voor iedereen die Hem erkent als Koning.

Wie staat centraal?

Dat betekent wel, dat je moet kiezen. Wil je Hem centraal stellen in je leven of draait het, misschien diep van binnen, toch om jezelf? Erken je Hem als Koning of ben je de koning van je eigen koninkrijk? Die vraag stelt Jezus aan de Farizeeërs. En dat doet Hij via het verhaal over de rijke man en de arme Lazarus. Elke dag zagen ze elkaar. Elke dag had de rijke man kans om recht te doen, om te doen wat hem "volgens Mozes en de profeten" te doen stond. Maar de rijke man was koning in zijn eigen koninkrijk ... En dus deed hij geen recht aan de arme Lazarus.

Ook de Farizeeërs kennen "Mozes en de profeten" van binnen en van buiten. Ze kennen de leer van de kerk, zeg maar. Maar, zegt Jezus, daarmee alleen kom je niet in Mijn Koninkrijk. Mijn Koninkrijk is alleen toegankelijk voor iedereen die zijn eigen koninkrijk vaarwel zegt. Als je net als Jezus zelf de weg gaat van nederigheid, trouw en gerechtigheid. God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf. Dat kan alleen als je je hart aan Jezus geeft en je hart door Hem laat veranderen. Als de Heilige Geest in jou aan de slag mag gaan. Pas dan komt er ruimte voor het Koninkrijk van God.

Jezus stelt jou dezelfde vraag. Hoe blijkt in jouw leven dat Hij Koning is en niet jijzelf? Gaat het in jouw leven om God? Heb je, net als Jezus, oog voor het onrecht in de wereld? Begrijp je dat dit heel ver af staat van het leven zoals Hij dat heeft bedoeld? En raakt dat jou net zoals het Hem raakt? Is dat echt jouw nieuwe ik geworden? Of is dat alleen een mooie buitenkant? Is jouw hart vol van 'recht doen aan je naaste'? Elke dag, of alleen wanneer er zich een ramp voltrekt in één of ander land ver weg? En wat is het mooi om een kerstpakkettenactie te ondersteunen, waardoor stadsgenoten een extraatje krijgen. Maar kunnen ze de rest van het jaar ook op jou rekenen?

Wanneer je volgend weekend weer eens langs een zwerver of een straatkrantverkoper rijdt, denk dan eens aan deze vragen. Of misschien als je die klasgenoot ziet, of iemand in je sportteam, waarvan de ouders bijna niet kunnen rondkomen. Past dit bij het leven zoals God het heeft bedoeld? In Zijn Koninkrijk zijn er geen straatkrantverkopers ... Koop je een krantje, koop je de hele stapel ...? Trakteer je je klasgenoot op een kop koffie, een kop soep of een lekker broodje? Of sus je je geweten met de gedachte, dat er in deze wereld nu eenmaal nog veel gebrokenheid is ...

Eigenlijk draait het om de vraag: Hoe merkt deze man, hoe merkt deze klasgenoot, dat God jouw Koning is en ook zijn of haar Koning wil zijn? Dat hij of zij in Gods ogen net zo belangrijk en waardevol is als jij dat bent?

Om over na te denken

  • Maak eens een lijstje van al jouw rijkdom. (Bijvoorbeeld: hoeveel zakgeld, je loon van je bijbaantje, je spaargeld, je hoeveelheid kleding, je telefoon, etc.)
  • Denk eens terug aan de afgelopen week. Hoe vaak heb je God gedankt voor de dingen op jouw lijstje? Wat zou je hier in kunnen veranderen? (Maak een concreet plan hiervoor!)
  • Ervaar je Gods liefde voor jou? Hoe kun jij anderen Gods liefde laten ervaren en hem of haar laten merken, dat hij of zij voor God belangrijk en waardevol is?
  • Heb jij wel eens iets aan een straatkrantverkoper, een zwerver of wie dan ook gegeven? Welke gedachten had je hier bij?
  • Voor sommigen is een krantje kopen misschien best een grote uitgave. Denk eens na over wat je in plaats wél zou kunnen doen.
  • Ken je mensen in je klas, in je vriendengroep, op je sportclub of in je straat die weinig of niets te besteden hebben? Uit onderzoek blijkt dat je allemaal meerdere mensen zou moeten kennen. Misschien weet je het alleen niet omdat ze proberen het niemand te laten merken. Let de komende week eens goed op wie er bijvoorbeeld nooit iets koopt in de kantine op school of op de sportclub. Bid of God je ogen wil openen voor wie jouw hulp nodig heeft. Vraag God om ideeën hoe je hen precies zou kunnen helpen.
  • Wat doet het onrecht in de wereld met jou? Raakt het je? Hoe zou jij het verschil kunnen maken?
  • Schrijf per dag eens 1 ding op waar jij voor zou kunnen bidden als het gaat om onrecht.
  • De rijke man wilde zijn broers waarschuwen ... Wie zou jij willen waarschuwen? Waarom en hoe kun je dat aanpakken?

Gebruikte Bijbelteksten

Jesaja 10:2–3
Jesaja 58:7
Amos 5:12
Micha 6:8
Lukas 16:15–16
Lukas 16:19-31

Meer lezen in de Bijbel

Psalm 112
Mattheüs 6:1-12
Mattheüs 25:31-46
Filippenzen 4:6-7
1 Thessalonicenzen 5:12-22

Gebed

Onze Vader die in de hemelen zijt, Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, in de hemel en zo ook op de aarde. Vader, vergeef mij dat ik u zo vaak voor de voeten heb gelopen. Vergeef me de keren dat ik de kans had om Uw Koninkrijk zichtbaar te maken aan een ander, maar het niet heb gedaan. Vergeef me die keren dat ik mijzelf belangrijker vond dan de ander. Vergeef me dat ik gericht was op genieten van dit leven, in plaats van op het genieten van U. Wilt U mij veranderen door Uw Heilige Geest. Open mijn ogen voor wat er in de wereld gebeurt. Laat mij zien hoe ik daarin iets kan laten zien van wie U bent. Laat me zien voor wie in mijn klas, mijn team, mijn straat ik iets kan betekenen. Wilt U dat in mijn hart leggen, wat die ander juist op dat moment nodig heeft. Help mij om te geven en uit te delen, in Uw Naam, zodat U alle eer krijgt en niet ik!

In Jezus' Naam, Amen!