Duisternis verdrijven of licht verspreiden?
Ben je wel eens in een grot geweest? Ik wel. Aardedonker was het! Gelukkig hingen er hier en daar lantaarns. Zonder dat zou je geen stap kunnen verzetten! De lantaarns verspreiden licht in de duisternis. Of beter: de lantaarns verdrijven de duisternis.
Daar moest ik even aan denken toen ik Matteüs 5 las, waar Jezus zijn discipelen onderwijst: "U bent het licht van de wereld, een stad op een berg kan iedereen zien. Men steekt immers geen lamp aan om er vervolgens een emmer overheen te zetten? Die lamp moet toch op een standaard staan en licht geven voor iedereen in huis? Laat daarom ook uw licht voor alle mensen schijnen. Als zij dan de goede dingen zien die u doet, zullen zij uw hemelse Vader eren." (Matteüs 5:14-16)
Als ik dat op mijzelf betrek, dan ben ik dus ook een licht, dat licht verspreidt. Jezus benoemt het vooral als iets dat waarde heeft voor ánderen. Het resultaat is, dat de mensen God er door gaan eren. Licht zijn of licht verspreiden is dus iets waarmee ik niet op mijzelf gericht ben, maar op de ander en op de eer van God.
Waken over je ogen
Maar hoe word ik dan zo'n licht? Het antwoord vond ik in een vergelijkbare tekst in Lucas: "Wie een lamp aansteekt, zet hem niet weg in een donkere nis, maar plaatst hem op de standaard, zodat degenen die binnenkomen het licht kunnen zien. Het oog is de lamp van het lichaam. Als je oog helder is, is je hele lichaam verlicht. Maar als het troebel is, verkeert je lichaam in duisternis. Let dus op of het licht dat in je is, niet verduisterd is. Als je hele lichaam verlicht is, zonder dat ook maar een deel in duisternis verkeert, dan is het zo licht als wanneer een lamp je met zijn stralen verlicht.’ (Lucas 11:33-36)
Het licht in mij komt binnen via mijn ogen, maar de duisternis ook! Het gaat om de vraag: Waar laat ik mij mee vullen? Is dat het licht, het goede, waarmee God mij wil vullen, dus Zijn Woord en Geest? Of is dat de duisternis, het kwade, waarmee satan ons wil vullen?
Een belangrijke vraag om mijzelf op te onderzoeken! Want ik kan alleen maar een licht voor anderen zijn en God eren wanneer "mijn hele lichaam verlicht is" (Lucas 11:36). En dat is niet vrijblijvend, maar een opdracht van Jezus zelf!
Keuzes maken
Dat is ook de lijn waarop Paulus door gaat in de brief aan de Romeinen: "De nacht loopt ten einde, de dag nadert al. Laten we ons daarom ontdoen van de praktijken van de duisternis en ons omgorden met de wapens van het licht. Laten we daarom zo eerzaam leven als past bij de dag en ons onthouden van bras- en slemppartijen, ontucht en losbandigheid, tweespalt en jaloezie. Omkleed u met de Heer Jezus Christus en geef niet toe aan uw eigen wil, die begeerten in u opwekt." (Romeinen 13:12-14)
Ik moet dus keuzes maken! En dat valt lang niet altijd mee! Soms kan ik dat helemaal niet! Soms gooi ik liever het bijltje er bij neer. Maar daar neemt God geen genoegen mee! David zegt daarover in Psalm 139: ”Al zei ik: ‘Laat het duister mij opslokken, het licht om mij heen veranderen in nacht,’ ook dan zou het duister voor u niet donker zijn – de nacht zou oplichten als de dag, het duister helder zijn als het licht.” (Psalmen 139:11-12)
God die mij door en door kent, en weet wat er in mijn hart om gaat, laat mij niet aan mijn lot over. Hij wil licht brengen in mijn duisternis, ook als ik even niet weet hoe! Want alleen dan kan ik een licht voor anderen zijn tot Zijn eer! Het enige dat ik hoef te doen is op mijn knieën gaan: "Doorgrond mij, God, en ken mijn hart, peil mij, weet wat mij kwelt, zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij over de weg die eeuwig is. (Psalmen 139:23-24)
En dan zal Hij mij vullen met Zijn Geest, zodat ik de keuzes kan maken, die ik uit mijzelf niet kan of wil maken. Hij wil mij een stralend licht maken dat schijnt voor Hem! Een licht voor anderen. En waar het licht verschijnt, daar moet de duisternis wijken! Licht verspreiden en duisternis verdrijven gaan hand in hand!