vrijheid in Chritsus

Echt vrij of nog steeds een slaaf?

Onlangs stond ik buiten te praten met een vluchteling. Op een gegeven moment kwam er een klein vliegtuigje overvliegen. Onwillekeurig dook hij in elkaar en wilde hij naar binnen rennen. Toen hij zag, dat ik gewoon bleef staan en heel ontspannen naar het vliegtuigje keek, ontspande hij en kwam hij weer naar mij toe. Hij verontschuldigde zich en begon het uit te leggen.

Hij vertelde dat hij nog maar kort in Europa was en uit een gebied kwam waar zwaar gevochten was. Hoorde je het geluid van een vliegtuig, dan was de kans groot, dat er bommen gedropt werden. En deed je er beter aan om dekking te zoeken als je leven je lief was. Het feit dat hij hier in Nederland veilig is, wist hij verstandelijk wel, maar in psychologische of geestelijke zin, voelde hij zich nog steeds niet veilig. Hij voelde zich nog steeds vluchteling in plaats van een vrij man.

Ik moest aan dit voorval denken, toen ik Romeinen 6, 7 en 8 weer las. Het is zeer wezenlijk om deze hoofdstukken in samenhang te lezen. Doe je dat niet, dan mis je de verbanden en zul je geen zicht krijgen op wat Paulus hier uitlegt!

Ik kan het niet

Een hele bekende tekst uit Romeinen 7 is: "Wat ik verlang te doen, het goede, laat ik na; wat ik wil vermijden, het kwade, dat doe ik." (Romeinen 7:19) Ik heb me jarenlang herkend in deze tekst! Ik wilde echt God lief hebben boven alles, maar telkens weer deed ik dingen die daar niet bij pasten. Dat gaf me dan weer een heel vervelend gevoel, ik vroeg God om vergeving, dan ging het weer even goed, maar daarna ging ik weer de mist in. Een soort van vicieuze cirkel, waar ik niet uit kwam. Pas later ben ik gaan beseffen waarom ...

Paulus beschrijft in Romeinen 7 zichzelf als zondaar. Door de wet is hij zich daar bewust van geworden. "Ik ben me echter pas door de wet bewust geworden van de zonde." (Romeinen 7:7a) Paulus noemt er ook een voorbeeld bij: "Ik zou immers niet weten wat begeerte was als de wet niet zei: 'Zet uw zinnen niet op wat van een ander is.'" (Romeinen 7:7b)

De wet laat het leven zien zoals God het bedoeld heeft. En wanneer Paulus zichzelf daar aan spiegelt dan ziet hij heel wat anders! Hij ziet het tegenovergestelde! Zonder de wet, zou hij daar nooit bewust van geworden zijn. "Eens leefde ik zonder de wet, maar door de komst van het gebod kwam de zonde tot leven." (Romeinen 7:9) 

Slaaf

Paulus komt tot het besef dat de zonde een levende realiteit is in zijn leven. "Door mijn natuur ben ik uitgeleverd aan de zonde." (Romeinen 7:14) In plaats van 'uitgeleverd' staat er eigenlijk 'verkocht'. Hij is verkocht, oftewel slaaf geworden. Hij heeft zelf niets meer te zeggen! Hij is volledig overgeleverd aan zijn meester: de zonde! Hij doet wat zijn meester wil, ook al wil hij dat zelf niet!

"Wat ik doe, doorzie ik niet, want ik doe niet wat ik wil, ik doe juist wat ik haat. Dan ben ik het niet die handelt, maar de zonde die in mij heerst. Immers, ik besef dat in mij, in mijn eigen natuur, het goede niet aanwezig is. Ik wíl het goede wel, maar het goede doen kan ik niet. Wat ik verlang te doen, het goede, laat ik na; wat ik wil vermijden, het kwade, dat doe ik. Maar wanneer mijn daden in strijd zijn met wat ik wil, ben ik daar niet zelf de oorzaak van, maar de zonde die in mij heerst." (Romeinen 7:15, Romeinen 7:17-20)

Paulus komt tot het besef dat hij slaaf is! Met zijn verstand weet hij dat en wil hij helemaal geen slaaf zijn, maar als hij kijkt naar wat hij doet, kan hij er niet onder uit. "Innerlijk stem ik vol vreugde in met de wet van God, maar in alles wat ik doe zie ik die andere wet. Hij voert strijd tegen de wet waarmee ik met mijn verstand in stem en maakt mij een gevangene van de wet van de zonde, die in mij leeft." (Romeinen 7:22-23)

Help!

Deze conclusie drijft Paulus tot wanhoop! "Wie zal mij, ongelukkig mens, redden uit dit bestaan dat beheerst wordt door de dood?" (Romeinen 7:24) Paulus beseft dat zijn leven geen enkel uitzicht meer heeft. Slaaf van de zonde, van de dood. Eigenlijk staat er: "Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van de dood?" (Romeinen 7:24)

Paulus beseft, dat hij onderdeel is van de dood; onderdeel van het koninkrijk van satan. Hij beseft dat hij hier zelf nooit los van komt en dus kan hij alleen maar uitroepen: Wie zal mij redden?!

Opvallend is, dat Hij zelf ook het antwoord geeft: "Dat doet God! Dank aan Hem door Jezus Christus, onze Heer." (Romeinen 7:25) Jezus is gekomen om hem te verlossen. Later, in hoofdstuk 12, heeft Paulus het over de gemeente als 'lichaam van Christus': "Zo zijn we samen één lichaam in Christus" (Romeinen 12:5) Er is dus iets wezenlijks veranderd! Hij was onderdeel van het 'lichaam van de dood' (het koninkrijk van satan), maar nu van het 'lichaam van Christus' (Koninkrijk van God). Jezus heeft hem gered!

Het is belangrijk om op te merken, dat je geen onderdeel kunt zijn van beide koninkrijken. Op verschillende plekken in de Bijbel komt dat terug. Een paar voorbeelden:

- "Houd je verre van alles waarvoor ik jullie heb gewaarschuwd. Roep geen andere goden aan, laat hun naam niet over je lippen komen." (Exodus 23:13)
- "Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon." (Matteüs 6:24)
- "Wie niet voor Mij is, is tegen Mij, en wie niet met Mij samenbrengt, drijft uiteen." (Lucas 11:23)
- "U kunt beslist geen deel hebben aan onze taak, want uw houding tegenover God is niet oprecht." (Handelingen 8:21)
- "U kunt niet drinken uit de beker van de Heer en ook uit die van demonen, u kunt niet deelnemen aan de maaltijd van de Heer en ook aan die van demonen." (1 Korintiërs 10:21)

Vanaf de zondeval staan deze twee koninkrijken tegenover elkaar. Met je ene been in het ene en je andere been in het andere koninkrijk staan, is niet mogelijk. Wanneer Paulus dus in Romeinen 12 zegt, dat hij deel uit maakt van het lichaam van Christus, kán hij geen onderdeel meer uitmaken van dat andere 'lichaam'. Jezus heeft hem overgezet van het ene in het andere koninkrijk. De vraag is nu, waar heeft die bevrijdingsactie plaats gevonden?

Bevrijd

Het bijzondere is, dat Paulus dit al heeft verteld vóórdat hij vertelt over zijn leven als slaaf van de zonde. In het begin van hoofdstuk 7 zegt hij namelijk: "Zo bent ook u, broeders en zuster, dood voor de wet dankzij de dood van Christus en behoort u nu een Ander toe: Hem die uit de dood is opgewekt. Ons leven moet vrucht dragen voor God." (Romeinen 7:4) Hij heeft het hier over 'ons'. Hij vertelt hier zijn lezers, dat zij net als hijzelf nu bij het Koninkrijk van God horen, dank zij Christus.

Paulus ís dus al bevrijd, vóórdat hij vertelt over zijn leven in slavernij! En dat geldt dus ook voor de christenen in Rome aan wie hij schrijft. In de aanhef van zijn brief noemt hij hen ook "geliefden van God en geroepen heiligen" (Romeinen 1:7)

Paulus schrijft dus aan de 'heiligen' en omdat hij het later over 'ons' heeft, beschouwt hij zichzelf ook als 'heilig'. Petrus schrijft in zijn eerste brief: "leid een heilig leven, dat in alle opzichten heilig is, zoals Hij die u geroepen heeft heilig is. Er staat immers geschreven: 'Wees heilig, want Ik ben heilig.'" (1 Petrus 1:15-16)

En aan de Hebreeën verbindt Paulus er ook nog een consequentie aan: "Leid een heilig leven; wie dat niet doet zal de Heer niet zien." (Hebreeën 12:14) God vraagt dus van de 'heiligen' om een 'heilig leven' te leiden. En God geeft geen opdracht tot iets dat niet mogelijk is. Hoor je bij het Koninkrijk van God, dan leef je ook volgens de regels van dat Koninkrijk.

Geen zondaar meer

Dat veel christenen zichzelf dus nog steeds 'zondaars' noemen, is dus echt onbijbels! Wanneer ik in Christus geheiligd bent, ben ik niet langer een zondaar. Je kunt immers geen deel uit maken van beide koninkrijken? Wie dus van zichzelf zegt 'zondaar' te zijn, beschouwt zichzelf nog steeds als slaaf van de zonde, als onderdeel van het "lichaam van de dood". Daarmee zou ik van mezelf zeggen dat ik leef in de duisternis.

Johannes schrijft daar over: "God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis. Als we zeggen dat we met Hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid. Maar gaan we onze weg in het licht, zoals Hij zelf in het licht is, dan zijn we met elkaar verbonden en reinigt het bloed van Jezus, zijn Zoon, ons van alle zonde." (1 Johannes 1:5-7) Zondaar zijn gaat niet samen met het leven volgens de waarheid! Het is dus nogal wat, wanneer ik zou zeggen 'zondaar' te zijn!

Nieuwe identiteit

Ben ik door Jezus bevrijd van de slavernij van de zonde, dan bén ik niet langer een zondaar. Maar ik wás een zondaar. In Christus heb ik een nieuwe identiteit gekregen en ben ik geheiligd. Dat wil niet zeggen, dat ik ook niet meer kán zondigen. Johannes schrijft: "Als we zeggen dat we de zonde niet kennen, misleiden we onszelf en is de waarheid niet in ons. Belijden we onze zonden, dan zal Hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad. Als we zeggen dat we nooit gezondigd hebben, maken we hem tot een leugenaar en is zijn woord niet in ons." (1Johannes 1:8-10)

Hij zegt hier eigenlijk: 'Vergeet je afkomst niet!' Omdat ik een zondaar was, ken ik de zonde. Ik ben er zelfs slaaf van geweest! Zou ik dat ontkennen, dan zou Jezus voor niets gestorven zijn en dus een leugenaar zijn. Het tegendeel is waar! Jezus is gestorven, begraven en weer opgestaan en heeft mij zo vrij gekocht en een einde gemaakt aan mijn slavernij. Ik hoef dus niet langer te zondigen. Jezus is nu Heer in mijn leven!

Het betekent ook, dat er voor demonen geen plaats meer is. "U kunt niet drinken uit de beker van de Heer en ook uit die van demonen, u kunt niet deelnemen aan de maaltijd van de Heer en ook aan die van demonen." (1 Korintiërs 10:21) Als Jezus Heer is in mijn leven, dan is er voor demonen geen plaats meer.

De realiteit is, dat ik echter niet altijd naar Hem luister. En dus maak ik verkeerde keuzes, zondig ik of zet ik poorten open. Ik ben vrij van de zonde, maar val soms terug in mijn oude gedrag. Eigenlijk net als die vluchteling waarover ik het had in het begin. Ik ben vrij, maar soms gebeuren er dingen waardoor ik weer reageer zoals ik voorheen gewend was.

Dat betekent niet dat ik daarmee weer een slaaf van de zonde ben. Net zoals die vluchteling niet teruggestuurd zal worden naar het oorlogsgebied waar hij vandaan komt, wanneer hij dekking zoekt bij het horen van een vliegtuig. Wanneer ik zonde doe en dit belijd, weet ik, dat Hij mij zal "vergeven" en mij zal "reinigen van alle kwaad". Met andere woorden: Wanneer ik mijn zonde belijd, behoud ik mijn status van 'heilige'. En wanneer ik me bewust wordt dat ik een poort voor de duisternis open heb gezet, dan kan ik dat belijden en de poort in de Naam van Jezus ook weer sluiten en elke duistere macht gebieden om weg te gaan.

Echt vrij

Terug naar Paulus ... Hij wás een zondaar en ís nu een heilige. Geen slaaf meer! Maar waar heeft die bevrijdingsactie plaats gevonden? Toen Jezus stierf aan het kruis, begraven werd en weer op stond? Zeker! Dat was de grootste bevrijdingsactie ooit! Maar ... Nadat Jezus stierf, begraven werd en weer op stond, was Paulus nog steeds een zondaar! Nog steeds slaaf van de zonde! Op het moment dat Jezus stierf, betekende dat nog niets voor Paulus!

Wanneer veranderde dat? Mijn eerste gedachte was: Toen Jezus aan hem verscheen en hem riep. Maar dat is niet het antwoord dat Paulus zelf geeft. Voor Paulus is dat zijn doop! "Weet u niet, dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus, zijn gedoopt in zijn dood? We zijn door de doop in zijn dood met Hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden. Als wij delen in Zijn dood, zullen we ook delen in Zijn opstanding. Immers, we weten dat ons oude bestaan met Hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn. Wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde." (Romeinen 6:3-7)

Paulus zegt hier: 'Toen ik werd gedoopt, stierf ik met Jezus en stond ik op met Jezus. Op dat moment begon mijn nieuwe leven en kwam er een eind aan mijn zondige leven. Geen slaaf meer!'

Vanaf zijn doop ziet Paulus zichzelf niet meer als zondaar, maar als vrij mens! Niet voor even, maar permanent! "Wanneer wij met Christus zijn gestorven, geloven we dat we ook met Hem zullen leven, omdat we weten dat Hij, die uit de dood is opgewekt, niet meer sterft. De dood heeft geen macht meer over Hem. Hij is gestorven om een einde te maken aan de zonde, voor eens en voor altijd; en nu Hij leeft, leeft Hij voor God. Zo moet u ook uzelf zien: dood voor de zonde, maar in Christus Jezus levend voor God." (Romeinen 6:8-11) Als je gedoopt wordt, sterf je met Jezus en sta je met Hem op. En omdat Jezus maar één keer stierf, kun je als mens ook maar één keer met Hem sterven. Niet elke dag opnieuw, maar eenmalig!

Dé boodschap van Paulus is dus: 'Je bent vrij! Je bent geen zondaar meer!' Net als wat ik tegen die vluchteling zei: 'Je bent in Nederland! Je bent hier veilig! Je hoeft niet meer bang te zijn!' Toch heeft die vluchteling nog een hele weg te gaan. Zijn oude leven zit nog helemaal in hem. En daarom valt hij snel terug in zijn oude gedrag. Maar hoe meer hij beseft, dat hij hier echt een vrij man is, hoe meer hij zijn oude leven los zal laten en ook echt zal gaan leven als een vrij man.

Zonde nog steeds een realiteit

En er is nog iets waar hij mee te maken krijgt: Er zijn andere mensen die helemaal niet willen dat hij vrij is. Die hem lastig vallen en bang maken om zo te proberen hem weer terug te jagen. Die proberen te voorkomen, dat hij hier inburgert en één van ons wordt. En juist dan is het nodig om hem te herinneren aan zijn nieuwe identiteit. Dat we om deze man heen gaan staan en zeggen: Wij gaan je helpen! Geloof niet wat die mensen roepen en wees niet bang voor ze. Zij kunnen je jouw vrijheid niet af nemen!'

En precies zo is het ook met de zonde! Paulus herinnert de christenen in Rome aan hun nieuwe identiteit! Daarin maakt hij heel duidelijk, dat zonde hoort bij je oude identiteit. En dat je dus een einde moet maken aan de zonde in je leven!

"Betekent dit nu dat we moeten blijven zondigen om de genade te laten toenemen? Dat in geen geval. Hoe zouden wij, die dood zijn voor de zonde, nog in zonde kunnen leven?" (Romeinen 6:1-2)

"Laat de zonde dus niet heersen over uw sterfelijke bestaan, geef niet toe aan de begeerten. Stel uzelf niet langer in dienst van de zonde als een werktuig voor het onrecht, maar stel uzelf in dienst van God. Denk aan uzelf als levenden die uit de dood zijn opgewekt en stel uzelf in dienst van God als een werktuig voor de gerechtigheid." (Romeinen 6:12-13)

Kort samengevat: 'Gedraag je naar je nieuwe identiteit!' Waarom? "Ons leven moet vrucht dragen voor God" (Romeinen 7:4b) En zonde doen, staat vrucht dragen in de weg! En daarom komt God ons te hulp! Je wordt niet alleen gedoopt, je ontvangt ook de Heilige Geest! Die twee horen onlosmakelijk bij elkaar! Koppel je die twee los, dan ben je als een vluchteling zonder verblijfsstatus!

"Wie zich door zijn eigen natuur laat leiden is gericht op wat hij zelf wil, maar wie zich laat leiden door de Geest is gericht op wat de Geest wil. Wat onze eigen natuur wil brengt de dood, maar wat de Geest wil, brengt leven en vrede." (Romeinen 8:5-6)

"Broeders en zusters, we hoeven ons niet langer te laten leiden door onze eigen wil. Als u dat wel doet, zult u zeker sterven. Als u echter uw zondige wil doodt door de Geest, zult u leven. Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God." (Romeinen 8:12-14)

Paulus maakt hier duidelijk, dat ik nog steeds de mogelijkheid heb om te zondigen. Namelijk wanneer ik me niet laat leiden door de Geest. Hij vertelt er ook de consequentie bij: Je zult sterven! Je staat hetzelfde lot te wachten als wanneer je nog slaaf van de zonde geweest zou zijn! Oftewel: Je hebt geen deel aan het lichaam van Christus!

Paulus maakt geen uitzonderingen! Geen lijstje van zonden die door de vingers worden gezien. Jacobus zegt het zo: "Wie de hele wet onderhoudt maar op één punt struikelt, blijft ten aanzien van alle in gebreke." (Jacobus 2:10) Gedoopt zijn is niet genoeg. De Heilige Geest ontvangen is niet genoeg. Geloven is niet genoeg. "Broeders en zusters, wat heeft het voor zin als iemand zegt te geloven, maar hij handelt er niet naar? Zou dat geloof u soms kunnen redden?" (Jacobus 2:14) Geloven zonder dat ik me laat leiden door de Geest en zonder dat ik 'er naar handel' is een dood geloof!

En daarom de bemoediging van Paulus: "U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven. U hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om Hem te kunnen aanroepen met 'Abba, Vader'. De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn." (Romeinen 8:15-16) Wanneer ik me laat leiden door de Geest is dát mijn zekerheid: Ik ben kind van God!

Strijd

Heb ik dan een leven met alleen maar vrijheid en blijheid? Zeker niet! Misschien wel juist het tegenovergestelde! Want satan zal er alles aan doen om mijn nieuwe leven stuk te maken! En dat is wat Paulus beschrijft in de rest van Romeinen 8. De strijd zal los barsten, daar kan ik op rekenen!

Jezus volgen is niet de makkelijkste weg. En juist daarom is het zo belangrijk om heel goed te beseffen wat die nieuwe identiteit inhoudt en daar aan blijf vasthouden. Die strijd is slechts tijdelijk! "Maar wij zegevieren in dit alles glansrijk dankzij hem die ons heeft liefgehad. Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die Hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer." (Romeinen 8:37-39)

Mijn focus is niet meer gericht op mijn leven hier en nu en op mijn omstandigheden. Mijn focus is gericht op Christus! Een voorbeeld daarvan lees ik in bijvoorbeeld Handelingen 16. De stadsbestuurders scheuren de kleren van Paulus en Silas van hun lijf en laten hen met stokken slaan. Vervolgens belanden ze in de gevangenis met hun voeten in een blok. Daar zit je dan met je 'vrijheid in Christus' zou je denken ...

Maar dat is niet hoe Paulus en Silas er tegen aan kijken! Hun focus is op Christus! "Om middernacht waren Paulus en Silas aan het bidden en zongen ze lofliederen voor God!" (Handelingen 16:25) In Christus ben ik meer dan overwinnaar! Nu al! "Wees altijd verheugd, bid onophoudelijk, dan God onder alle omstandigheden, want dat is wat Hij van u, die één bent met Christus Jezus verlangt." (1 Tessalonicenzen 5:16-17) Kan ik dat? Ja, dat kan ik door de kracht van de Heilige Geest!

Nog een vraag om voor jezelf eens over na te denken:

- Geloof je dat Jezus is gekruisigd, is begraven en weer is opgestaan voor jou, maar ben je nog niet gedoopt? Wat staat die doop nog in de weg? Wat betekent het onderwijs van Paulus voor jou? Vraag God om je inzicht te geven!
- Ben je wel gedoopt, maar ervaar je dat niet als een keerpunt in je leven? Wat heeft het onderwijs van Paulus jou dan te zeggen? Hoe zit het met jouw persoonlijke relatie met God? Vraag God om je inzicht te geven!