Bidden naar een hemel van koper?
"Ik bid wel, maar soms vraag ik me wel eens af waarom. Luistert God wel? Doet mijn gebed er toe? Er lijkt zo weinig te veranderen!" Pas had ik het met iemand over bidden. Hij was er mee opgegroeid om te bidden. Maar de laatste tijd had hij er steeds meer moeite mee. En ik herken dat af en toe wel. Dan bid ik, maar dan lijken de woorden te vervliegen. 'De hemel lijkt van koper' zeggen mensen wel eens op zo'n moment. Een uitdrukking die uit Deuteronomium 28 komt.
Als ik eerlijk ben, dan geef ik vaak God in zo'n situatie 'de schuld'. Immers, ik bid wel, maar Hij antwoordt niet ... Toch? En regelmatig spreek ik mensen, die na verloop van tijd het bijltje er bij neergegooid hebben. "God luistert toch niet" zeggen ze dan. Maar is die conclusie terecht? En durven we bij het beantwoorden van die vraag ook naar ons zélf te kijken? Naar onze eigen rol?
Vloek
Neem nu de tekst waar de genoemde uitdrukking vandaan komt: "De hemel boven uw hoofd zal van koper zijn en de grond onder uw voeten van ijzer." (Deuteronomium 28:23 NBV) Deze tekst komt uit een hoofdstuk waarin Mozes het volk Israël onderwijs geeft over gehoorzaamheid aan God. Mozes wijst er op, dat gehoorzaamheid én ongehoorzaamheid beide niet zonder gevolgen blijven. Gehoorzaamheid aan God zal leiden tot zegen. "De HEERE zal voor u Zijn rijke schatkamer, de hemel, openen, door uw land regen te geven op zijn tijd en door al het werk van uw handen te zegenen. U zult aan vele volken uitlenen, maar u zult zelf niet hoeven te lenen." (Deuteronomium 28:12) Het is slechts één van de vele zegeningen die Mozes noemt.
Daar tegenover staat: Wanneer het volk óngehoorzaam is, zal dat leiden tot vloek! Mozes geeft opnieuw een uitvoerige opsomming van elke vloek die over Israël zal komen, wanneer ze God de rug toe keren. Eén er van is, dat de hemel van koper zal zijn.
Wanneer ik deze uitdrukking in zijn context lees, dan wordt ik ineens heel voorzichtig om hem te gebruiken! Deze uitdrukking gaat niet over God, maar over mij! Want wanneer ik de hemel als koper ervaar, dan zou dat betekenen, dat er een vloek op mij rust als gevolg van mijn ongehoorzaamheid. Want Mozes noemt het als één van de vloeken die Israël zal ervaren.
Ook David kende de vloek van een koperen hemel: "Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten, bent U ver van mijn verlossing, van de woorden van mijn jammerklacht? Mijn God, ik roep overdag, maar U antwoordt niet, en 's nachts, maar ik vind geen stilte." (Psalm 22:2-3)
Bekeren van ongehoorzaamheid
Maar David legt zich er niet bij neer! Hij ként God! En hij kent ook de woorden die Mozes tot het volk gesproken heeft en hij kent de geschiedenis. Daarom kan hij de vraag die hij stelt, "waarom hebt U mij verlaten", ook beantwoorden.
"Ik zal Uw Naam mijn broeders vertellen, in het midden van de gemeente zal ik U loven. U die de HEERE vreest, loof Hem; alle nakomelingen van Jakob, vereer Hem; wees bevreesd voor Hem, alle nakomelingen van Israël." (Psalm 22:23-24) David weet, dat het antwoord op zijn vraag in zijn eigen hart zit: ongehoorzaamheid. Hij roept zichzelf en zijn volksgenoten op tot bekering: volledige toewijding aan God!
Ook weet hij, dat dat niet zonder gevolgen zal blijven! "Van U zal mijn lof zijn in een grote gemeente, mijn geloften zal ik nakomen in bijzijn van wie Hem vrezen. De zachtmoedigen zullen eten en verzadigd worden; wie de HEERE zoeken, zullen Hem loven. Uw hart zal voor eeuwig leven. Alle einden der aarde zullen eraan denken en zich tot de HEERE bekeren: alle geslachten van de heidenvolken zullen zich voor Uw aangezicht neerbuigen. Want het koningschap is van de HEERE, Hij heerst over de heidenvolken." (Psalm 22:26-29)
De gevolgen van de bekering en de gehoorzaamheid aan God, zullen zichtbaar zijn! Niet alleen voor David, niet alleen voor Israël, maar voor alle volken! Elke knie zal zich buigen!
Ik moest bij deze verzen denken aan wat Johannes beschrijft in Openbaringen over het nieuwe Jeruzalem. Daar zal er geen hemel van koper meer bestaan. En de grond van ijzer heeft plaats gemaakt voor straten van goud! Geen ongehoorzaamheid meer. Integendeel!
"Ik zag geen tempel in haar, want de Heere, de almachtige God, is haar tempel, en het Lam. En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp. En de naties die zalig worden, zullen in haar licht wandelen, en de koningen van de aarde brengen hun heerlijkheid en eer erin. En haar poorten zullen overdag nooit gesloten worden, want daar zal geen nacht zijn. En zij zullen de heerlijkheid en de eer van de naties daarin brengen. Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam." (Openbaringen 21:22-27)
"Mijn God, Mijn God, waarom hebt U mij verlaten?" Jaren nadat David deze woorden uitriep, werden ze nóg een keer uitgeroepen. Dit keer door Iemand die volmaakt gehoorzaam was! En toch was op dat moment voor Hem de hemel van koper! Waarom? Omdat Hij de Enige was, die de vloek die op ons rustte ongedaan kon maken. Door Zijn gehoorzaamheid verdiende Hij voor ons de zegen, omdat wij uit ons zelf niet tot die gehoorzaamheid in staat waren.
Een nieuw tijdperk
"Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem Die voor hen gestorven en opgewekt is." (1 Korinthe 5:15) Jezus gaf Zichzelf zodat gehoorzaamheid aan God weer mogelijk zou worden. In Hem hebben we weer perspectief! "Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden." (1 Korinthe 5:17)
God heeft ingegrepen door Zijn Eigen Zoon! God maakte voor Jezus de hemel van koper, zodat de hemel voor ons nooit meer van koper hoeft te worden! "En dit alles is uit God, Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft. God was het namelijk Die in Christus de wereld met Zichzelf verzoende, en aan hen hun overtredingen niet toerekende; en Hij heeft het woord van de verzoening in ons gelegd. Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem." (1 Korinthe 5:18-19, 21)
In Christus heeft mijn leven weer perspectief! "Maar nu, van de zonde vrijgemaakt en aan God dienstbaar gemaakt, hebt u uw vrucht, die tot heiliging leidt, met als einde eeuwig leven. Want het loon van de zonde is de dood, maar de genadegave van God is eeuwig leven, door Jezus Christus, onze Heere." (Romeinen 6:22-23)
Door Jezus kan ik weer gehoorzaam zijn! "Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. Want de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood. Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als zij was door het vlees, dat heeft God gedaan: Hij heeft Zijn eigen Zoon gezonden in een gedaante gelijk aan het zondige vlees en dat omwille van de zonde, en de zonde veroordeeld in het vlees, opdat de rechtvaardige eis van de wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest." (Romeinen 8:1-4)
Toen ik dit alles op me in liet werken, drong het tot me door, dat er dus een wezenlijk verschil is tussen de tijd vóór het sterven van Jezus en de tijd er na. Voordat Jezus stierf was daar soms die koperen hemel ... Gods antwoord op de ongehoorzaamheid van de mens. Ook Jezus moest die vloek aan den lijve ondervinden, omdat Hij de vloek van heel de mensheid vanwege hun ongehoorzaamheid op Zich genomen had.
"Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden, want er staat geschreven: Vervloekt is ieder die aan een hout hangt, opdat de zegen van Abraham in Christus Jezus tot de heidenen zou komen, en opdat wij de belofte van de Geest zouden ontvangen door het geloof." (Galaten 3:13-14)
Gebedsverhoring
Wanneer we gedoopt zijn en de Heilige Geest hebben ontvangen, zijn we één met Christus. En daarom kán er geen koperen hemel meer voor ons zijn! Want dat is één van de zaken waar Jezus mee afgerekend heeft. Jezus zegt zelf tegen ons: "Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden. Want ieder die bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; en wie klopt, voor hem zal er opengedaan worden." (Lucas 11:9-10) "En alles wat u in het gebed vraagt, in geloof, zult u ontvangen." (Mattheüs 21:22) "En wat u ook zult vragen in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden. Als u iets vragen zult in Mijn Naam, Ik zal het doen." (Johannes 14:13-14)
Met Jezus is er een nieuw tijdperk aangebroken! Johannes schrijft in één van zijn brieven: "Geliefden! Als ons hart ons niet veroordeelt, hebben wij vrijmoedigheid om tot God te gaan; en wat wij ook maar bidden, ontvangen wij van Hem, omdat wij Zijn geboden in acht nemen en doen wat Hem welgevallig is." (1 Johannes 3:21-22) Wanneer Jezus in mij woont en ik me laat leiden door de Heilige Geest, ga ik niet alleen leven naar Zijn wil, maar ook bidden naar Zijn wil!
En toch ... Als ik naar mijzelf kijk, dan voelt het toch nog wel eens alsof de hemel van koper is. Dan bid ik wel, maar ... Je zult het vast herkennen.
Wanneer ik al het bovenstaande op me in laat werken, dan wordt me daarin een spiegel voorgehouden. Best confronterend! Want nergens in het Nieuwe Testament kan ik iets terugvinden over die koperen hemel. Of het zou al moeten zijn wat Jacobus schrijft: "En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden. Maar laat hij er in geloof om vragen en daarbij niet twijfelen. Immers, wie twijfelt, lijkt op een golf van de zee, die door de wind voortgestuwd en op- en neergeworpen wordt. Want zo iemand moet niet denken dat hij iets ontvangen zal van de Heere. Hij is een dubbelhartig man, onstandvastig in al zijn wegen." (Jacobus 1:5-8)
Ongeloof en twijfel kunnen mijn gebed in de weg zitten. Heb ik dus het gevoel van een koperen hemel? Laat mijn vraag dan niet zijn "Mijn God, Mijn God, waarom hebt U mij verlaten?", maar 'Mijn God, mijn God, waarom heb ik U verlaten?' Laat ik op dat moment bij mijzelf te rade gaan waar die twijfel of dat ongeloof vandaan komt en bidden: "Kom mijn ongeloof te hulp! Wat is het dat mij bij U vandaan houdt?"
En ook dan geldt: "Het gelovig gebed zal de zieke behouden en de Heere zal hem weer oprichten. En als hij zonden gedaan heeft, zal hem dat vergeven worden." (Jacobus 5:15) Ook wanneer ik geestelijk 'ziek' ben, wanneer mijn geloof wordt aangetast door de omstandigheden van het leven, dan is er een weg terug! "Het gelovig gebed zal de zieke behouden." Biddend mogen we om elkaar heen staan, nee móeten we zelfs om elkaar heen staan: "Belijd elkaar de overtredingen en bid voor elkaar, opdat u gezond wordt. Een krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand." (Jacobus 5:16)
Durven we eerlijk naar onszelf te kijken? Durven we als we het gevoel hebben dat God ver weg is, eerst aan onszelf de vraag te stellen of wij misschien zelf van Hem afgedwaald zijn? Durven we onze zonden openlijk te belijden? Bekering en een beroep op het verzoenend werk van Jezus zal de hemel open breken.
"En dit is de vrijmoedigheid die wij hebben in het toegaan tot God, dat Hij ons verhoort, telkens als wij iets bidden naar Zijn wil. En als wij weten dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, dan weten wij dat wij het gevraagde, dat wij van Hem hebben gebeden, ontvangen." (1 Johannes 5:14-15)