456567567

Het evangelie brengen geeft verzet maar brengt ook geloof

Herken je dat? Je leest in de Bijbel en ineens gaan je ogen open voor iets.

Je deelt het met iemand, maar de ander kijkt je aan met een blik van: 'Is dat nu zo bijzonder?' Of je hebt voor iemand gebeden en diegene ontvangt genezing. Je bent vol de grootheid en goedheid van God. Je deelt je getuigenis met anderen en er ontstaat een hele discussie of die genezing wel echt was, of het niet gewoon psychologisch was, of we zomaar zo voor iemand mogen bidden. Of je bent aan het evangeliseren en mensen beginnen spontaan te vloeken of beginnen een hele tirade over hoe achterlijk het wel niet is om in een god te geloven. Aan de ene kant weet je dat het er bij hoort. Aan de andere kant kan het je maar zo ook ontmoedigen.

Ik werd enorm bemoedigd toen ik las over Paulus in Thessalonica. We lezen in Handelingen 17 dat Paulus aan komt in de stad en dat hij weet dat daar een Joodse synagoge is. Je zou kunnen zeggen, dat er al een kerk aanwezig is. Voor Paulus is het vanzelfsprekend dat hij er naar toe gaat. "En Paulus ging naar zijn gewoonte bij hen naar binnen en drie sabbatten lang ging hij met hen in gesprek vanuit de Schriften." (Handelingen 17:2) Samen de Bijbel in duiken en daarover in gesprek gaan en samen leren. Hoe mooi is dat!

Jezus

Vanuit de Schrift laat Paulus hen zien, dat de Christus die zij verwachten, al gekomen is en niet nog moet komen. Het is Jezus! "Hij opende die en zette voor hen uiteen dat de Christus moest lijden en opstaan uit de doden, en dat deze Jezus de Christus is, Die ik – zo zei hij – u verkondig." (Handelingen 17:3) En dan zien we wat het evangelie doet! Het brengt een scheiding teweeg. In de brief aan de Korintiërs schrijft Paulus: "Want het woord van het kruis is voor hen die verloren gaan wel dwaasheid, maar voor ons die behouden worden, is het een kracht van God." (1 Korinthe 1:18) En dat is precies wat er in Thessalonica gebeurt.

"En sommigen van hen raakten overtuigd en sloten zich bij Paulus en Silas aan, en van de godvrezende Grieken een grote menigte, en van de vooraanstaande vrouwen niet weinigen. Maar de Joden die ongehoorzaam waren, werden jaloers en namen enkele slechte mannen uit het marktvolk apart, veroorzaakten een oploop en verstoorden de orde in de stad; en zij kwamen op het huis van Jason af en probeerden hen voor het volk te brengen." (Handelingen 17:4-5)

Aan de ene kant komen er allemaal mensen tot geloof in Jezus en nemen zij het evangelie van het Koninkrijk aan. Aan de andere kant zijn er mensen die boos en geïrriteerd worden en in verzet komen. Ze zijn bereid alles te doen om Paulus de mond te snoeren. Dat zoveel mensen de boodschap van Paulus wél aannemen zal een soort paniek brengen. Nog even en ze kunnen de synagoge wel sluiten! Dat mag niet gebeuren!

Geestelijke strijd

We lezen dat Paulus de mensen vanuit de de Schriften laat zien dat Jezus de Christus is. Wat opvalt, is dat ze blijkbaar niet in staat zijn om, eveneens vanuit de Schrift, te weerleggen wat Paulus zegt. En toch willen ze hem de mond snoeren. Daarvoor grijpen ze naar 'wereldse' middelen. Ze ronselen mensen die moeten gaan rellen. Ze waarschuwen de bestuurders van de stad dat Paulus de mensen er toe aanzet om ongehoorzaam te zijn aan de keizer: "Deze mensen handelen allen tegen de geboden van de keizer, want zij zeggen dat er een andere koning is, namelijk ene Jezus." (Handelingen 17:7) De hele stad is in rep en roer.

Voor Paulus is dit het moment om de stad te verlaten. Blijven zou ongetwijfeld betekenen dat hij opgepakt zou worden onder het mom van ongehoorzaamheid aan de keizer. Het zou Paulus mee zuigen in een 'werelds' conflict. Misschien dacht hij wel aan de wijze woorden van Salomo: "Een schrandere ziet het kwaad en verbergt zich, maar onverstandigen gaan door en zullen daarvoor boeten." (Spreuken 27:12) Als er geen ruimte meer is om het evangelie te delen, dan is de tijd gekomen om het stof van je voeten te schudden, zoals Jezus zijn discipelen geleerd had: "En als iemand u niet ontvangt en niet naar uw woorden luistert, vertrek dan uit dat huis of die stad en schud het stof van uw voeten." (Mattheüs 10:14)

Paulus lijkt de verliezer te zijn. Hij was zo vol van het evangelie van het Koninkrijk! Hij had aan den lijve ondervonden hoe Jezus je leven verandert! Dat alleen Jezus de Weg, de Waarheid en het Leven is! En velen namen het in geloof aan. Maar zij werden volledig overstemd door het verzet. Paulus kwam om te vertellen over Jezus, "het Licht dat leven geeft." (Johannes 8:12) Maar we zien hoe licht en duisternis hier in botsing komen. Voor een deel van de mensen is dit licht onverdraaglijk. "In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen. En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen." (Johannes 1:4-5)

Hij vlucht naar Berea. En ook nu begint hij in de synagoge. Hij begint bij zijn Joodse volksgenoten. Hij begint bij het volk van God. "En dezen waren edeler van gezindheid dan die in Thessalonica, want zij ontvingen het Woord met grote bereidwilligheid en onderzochten dagelijks de Schriften om te zien of die dingen zo waren." (Handelingen 17:11) Ze nemen niet zomaar aan wat Paulus zegt, maar gaan echt samen met hem op onderzoek in de Schriften. Dagelijks zijn ze aan het onderzoeken! Wat een voorbeeld voor ons allemaal! Niet zomaar alles kritiekloos aannemen, maar ook niet alles vol kritiek afwijzen. In plaats eerst zelf in de Bijbel onderzoeken of het klopt. Zelf verantwoordelijkheid nemen en de Bijbel als uitgangspunt. Om Jezus te leren kennen, zullen we het Woord moeten onderzoeken! En het leidt er toe, dat velen tot geloof komen! Het blijft niet bij het delen van het evangelie met alleen de Joden. Ook alle anderen in de stad horen er van. Eerst de Jood, maar dan ook de Griek ... "Velen dan van hen geloofden, en van de aanzienlijke Griekse vrouwen en mannen niet weinigen." (Handelingen 17:12)

Maar dan krijgen de Joden uit Thessalonica er lucht van dat Paulus in Berea is en dat ook daar velen tot geloof komen. Ze reizen er zelfs heen om ook daar onrust te stoken en verwarring te brengen. Intrigerend hoe groot hun verzet is tegen Paulus en tegen het evangelie dat hij verkondigt! Het maakt duidelijk, dat daar waar Jezus verkondigd wordt, de duisternis zich niet stil houdt. Paulus en de anderen, die bij hem waren,  weten: "Wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten." (Efeze 6:12) Om verdere oproer met alle mogelijke gevolgen van dien te voorkomen, vertrekt Paulus ook uit Berea ... Op naar de volgende stad.

Verblinding

Paulus weet hoe het werkt in het geestelijke. Maar we weten ook uit zijn brieven, dat het hem pijn deed als hij de mensen achter moest laten, die tot geloof gekomen waren, waar hij samen de Schriften mee onderzocht had, waar hij een band mee opgebouwd had en vriendschap. Het zal hem ook pijn en verdriet hebben gedaan om te ervaren hoe groot het verzet en het ongeloof was. En voelde Paulus ook wel onmacht: Hoe kan het nou toch, dat het zó duidelijk wordt in de Schriften dat Jezus de Christus, de Messias, is maar dat ze het toch niet zien en niet geloven. Toch geeft hij de moed niet op! In de brief aan de Korintiërs legt hij het zelf zo uit:

"Daarom, aangezien wij deze bediening hebben naar de barmhartigheid die ons bewezen is, verliezen wij de moed niet. Integendeel, wij hebben de schandelijke, verborgen praktijken verworpen; wij wandelen niet in bedrog en vervalsen ook niet het Woord van God, maar door het openbaar maken van de waarheid bevelen wij onszelf aan bij elk menselijk geweten, in de tegenwoordigheid van God. Maar in het geval dat ons Evangelie nog bedekt is, dan is het bedekt in hen die verloren gaan. Van hen, de ongelovigen, geldt dat de god van deze eeuw hun gedachten heeft verblind, opdat de verlichting met het Evangelie van de heerlijkheid van Christus, Die het beeld van God is, hen niet zou bestralen. Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus als Heere, en onszelf als uw dienstknechten om Jezus' wil. Want God, Die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is ook Degene Die in onze harten geschenen heeft tot verlichting met de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus." 2 Korinthe 4:1-6)

God roept het gezaaide wakker

Toch is het verhaal over Thessalonica hiermee niet afgelopen! De duisternis heeft niet het laatste woord! Want waar Paulus de stad moest ontvluchten, daar bleef God door Zijn Woord en Geest doorwerken. Wat Paulus mocht zaaien, bracht God tot groei en bloei! In zijn brief aan de Thessalonicenzen lezen we hoe het verder is gegaan:

"Wij danken God altijd voor u allen, wanneer wij aan u denken in onze gebeden, en zonder ophouden denken aan het werk van uw geloof, de inspanning van uw liefde en de volharding van uw hoop op onze Heere Jezus Christus, voor het aangezicht van onze God en Vader. Wij weten immers, geliefde broeders, van uw verkiezing door God. Want ons Evangelie is niet alleen met woorden tot u gekomen, maar ook met kracht en met de Heilige Geest en met volle zekerheid. U weet immers hoe wij in uw midden geweest zijn ter wille van u. Ook bent u navolgers geworden van ons en van de Heere, toen u het Woord aannam te midden van veel verdrukking, met blijdschap van de Heilige Geest, zodat u voorbeelden geworden bent voor alle gelovigen in Macedonië en in Achaje. Want van u uit heeft het Woord van de Heere luid geklonken; niet alleen in Macedonië en Achaje, maar ook in alle plaatsen heeft uw geloof in God zich verspreid, zodat het niet nodig is dat wij iets daarvan zeggen." (1 Thessalonicenzen 1:2-8)

Wat Paulus heeft mogen zaaien in Thessalonica is niet geroofd. Wat hij mocht zaaien, is gaan groeien en is vrucht gaan dragen. Degenen die het evangelie wél hebben aangenomen worden door Paulus gekenmerkt door "het werk van uw geloof, de inspanning van uw liefde en de volharding van uw hoop". Geloof, hoop en liefde ... Of zoals we lezen in de brief aan de Galaten: "De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing." (Galaten 5:22)

Kracht van het evangelie

De mensen in Thessalonica hebben de kracht van het evangelie ervaren. Vanuit het Woord, de Schriften, zijn ze tot volle overtuiging van de Waarheid gekomen. En ze hebben het niet alleen aangenomen, maar zijn er ook naar gaan leven. Ze zijn het in praktijk gaan brengen. En dat is cruciaal!

Jezus zegt daar over: "Daarom, ieder die deze woorden van Mij hoort en ze doet, die zal Ik vergelijken met een verstandig man, die zijn huis op de rots gebouwd heeft; en de slagregen viel neer en de waterstromen kwamen en de winden waaiden en stortten zich op dat huis, maar het stortte niet in, want het was op de rots gefundeerd. En ieder die deze woorden van Mij hoort en ze niet doet, zal met een dwaze man vergeleken worden, die zijn huis op zand gebouwd heeft; en de slagregen viel neer en de waterstromen kwamen en de winden waaiden en sloegen tegen dat huis, en het stortte in en zijn val was groot." (Mattheüs 7:24-27) Pas als we Gods Woord niet alleen horen, maar ook in praktijk brengen, zullen we de kracht ervan ervaren.

In Thessalonica hebben ze die kracht ervaren! En het heeft niet alleen henzelf opgebouwd. In de wijde omgeving horen mensen ervan en wordt het evangelie door de Thessalonicenzen verspreid. Het goede nieuws wordt doorverteld! "Want het woord van het kruis is voor hen die verloren gaan wel dwaasheid, maar voor ons die behouden worden, is het een kracht van God." (1 Korinthe 1:18)

Paulus moest noodgedwongen stoppen. Maar voor God was het een begin! Hij riep het gezaaide wakker! Met verdriet liet Paulus Thessalonica achter zich. Maar God veranderde zijn verdriet in dankbaarheid! "Wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. Wie het zaad draagt en dat zaait, gaat al wenend zijn weg; maar hij zal zeker terugkomen met gejuich, en zijn schoven dragen." (Psalm 126:5)

Houd moed

Laat je bemoedigen door wat er in Thessalonica gebeurde! Laat dit je vreugde en kracht zijn, wanneer je ergens het evangelie deelt of een getuigenis van wat God in jouw leven heeft gedaan! Wat jij zaait, zal God laten groeien. Misschien zie je geen vrucht van wat je doet. Misschien ervaar je veel strijd, weerstand, ongeloof of wordt je belachelijk gemaakt. Blijf trouw aan Jezus' opdracht en voorbeeld om overal het evangelie van het Koninkrijk te delen!

Eens zal alle vrucht zichtbaar worden! Misschien niet vandaag of morgen. Maar eens zal God al je tranen afwissen: "Want zoals regen of sneeuw neerdaalt van de hemel en daarheen niet terugkeert, maar de aarde doorvochtigt en maakt dat zij voortbrengt en doet opkomen, zaad geeft aan de zaaier en brood aan de eter, zo zal Mijn woord zijn dat uit Mijn mond uitgaat: het zal niet vruchteloos tot Mij terugkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend." (Jesaja 55:10-11)

Een biddende achterban

Tenslotte nog een belangrijk geestelijk principe: Wees geen eenling! Jezus stuurde zijn leerlingen altijd samen op pad. En ook Paulus ging nooit alleen. In Thessalonica en Berea was Silas bij hem. En ook Timotheüs was bij hen in Berea.

Daarnaast wist Paulus zich gesteund door een 'achterban'. In zijn brief aan de Filippenzen bedankt hij hen voor hun steun: "Want ook in Thessalonica hebt u mij een- en andermaal iets gestuurd voor wat ik nodig had." (Filippenzen 4:16) Hij vertelt er niet bij wat ze hem gestuurd hebben. Wellicht geld of eten. Maar het kan niet anders dan dat de Filippenzen dat in gebed hebben gedaan en ook biddend om Paulus heen hebben gestaan.

Opvallend is overigens, dat hij aan de Thessalonicenzen schrijft over de Filippenzen: "Maar, hoewel wij tevoren geleden hadden en in Filippi smadelijk behandeld waren, zoals u weet, hebben wij toch in onze God vrijmoedigheid gekregen om het Evangelie van God tot u te spreken, te midden van veel strijd." (1 Thessalonicenzen 2:2) Ook in Filippi heeft Paulus veel strijd ervaren toen hij daar het evangelie bracht. Maar ook daar is, ondanks de strijd en het verzet, het gezaaide tot bloei gekomen! En God gebruikt de mensen die het geloof hebben aanvaard, als biddende en gevende achterban voor Paulus!

Wat is het belangrijk, dat je bidders om je heen hebt; zeker wanneer je het evangelie deelt met alle strijd die dat met zich mee brengt. Hun steun, hun gebed, baant voor jou de weg op plekken en momenten waar je het zelf even niet meer ziet zitten! Laten we de kracht van ons gebed nooit onderschatten! Maar laten we ook nooit vergeten God te danken voor de mensen die biddend om ons heen staan!