54756856786

Is er plaats voor Jezus?

Is er plaats voor Jezus in jouw leven? Niet een plaats, niet een beetje plaats, maar wil je Hem alle plaats geven? Mag Hij de hoogste plaats in jouw leven hebben? Het is dé vraag waar alles om draait. De vraag die als rode draad door de hele Bijbel heen loopt. De vraag die ieder mens vroeg of laat zal moeten beantwoorden. Is er plaats voor Jezus in jouw leven?

"En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou, en zij baarde haar eerstgeboren Zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem in de kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg." (Lukas 2:6-7)

Toen de engel Gabriël kwam om Maria te vertellen, dat ze zwanger zou worden en God haar had uitgekozen om via haar Jezus geboren te laten worden als mens, was haar eerste reactie: "Hoe zal dat mogelijk zijn?" (Lucas 1:34) Maar ondanks dat ze het niet begrijpt, geeft ze zich over aan God: "Maria zei: Zie, de dienares van de Heere, laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord." (Lukas 1:38)

Er is plaats voor Jezus in het jonge leven van Maria. Maar vanaf het moment dat ze deze keuze maakte, was er direct de strijd: twijfel bij Jozef, veroordeling in de omgeving, geen plaats in de herberg, geen plaats in het koninkrijk van Herodes ... Mensen die niet op dit Kind zitten te wachten! Gelukkig ook mensen die er naar uit kijken! Denk aan Simeon en Anna. Of de mensen die Hem direct plaats geven in hun leven als ze Hem ontmoeten zoals de herders of de wijzen uit het oosten.

Is er plaats voor Jezus? En zo ja, wélke plaats dan? In het hoofdgebouw van je leven? Of ergens achteraf in een bijgebouw?

Geen compromissen

In de Bijbel waarschuwt God ons voor overspel. En dat is niet voor niets. Als ik als getrouwde man ruimte geef aan gevoelens voor iemand anders dan mijn vrouw, dan ben ik in alles niet meer alleen gericht op haar. Ik moet niet alleen mijn aandacht en liefde verdelen, maar ik moet me ook in bochten gaan wringen om het geheim te houden. Het is als het ware een ontsteking die mijn relatie met mijn vrouw aantast. En vroeg of laat zal dat consequenties hebben. Hetzelfde geldt trouwens ook voor werk, hobby, rijkdom, etc. Ook die zaken kunnen zo'n grote plek in gaan nemen, dat het mijn relatie onder druk kan zetten. In ons huwelijk wil mijn vrouw de belangrijkste plaats.

Zo is het ook met God. "Niemand kan twee heren dienen, want of hij zal de één haten en de ander liefhebben, of hij zal zich aan de één hechten en de ander minachten. U kunt niet God dienen en de mammon." (Mattheüs 6:24)

God wil onder ons wonen. Hij houdt van ons en verlangt er naar in ons midden te zijn; een relatie met ons te hebben. Hij wil liefde geven én Hij wil liefde ontvangen. Als Hij Israël bevrijd heeft uit Egypte en hen brengt naar het land, dat Hij hen beloofd heeft, dan zegt Hij: "En zij moeten voor Mij een heiligdom maken, zodat Ik in hun midden kan wonen." (Exodus 25:8)

God wil wonen temidden van Zijn volk! Maar Hij is ook een jaloers God. Daarom lezen we In Deuteronomium 7 hoe God het volk leert, om in het land dat Hij hen geeft, ze helemaal schoon schip moeten maken: de andere volken volledig verdrijven, geen verbond met hen sluiten, geen huwelijksrelaties, niet hun gewoonten overnemen en niet hun goden achterna lopen. God vraagt zijn volk zich volledig op Hém te richten en zich te houden aan Zijn geboden. En vervolgens zullen ze de overvloedige zegen, die daarvan uit gaat, gaan ervaren op alle vlakken van hun leven.

Zegen in plaats van vloek

God vertelt hen, hoe hun leven er uit zal zien, als Hij in hun midden woont en ze volledig aan Hem toegewijd zullen zijn: "Dan zal het gebeuren, omdat u deze bepalingen zult horen, in acht nemen en houden, dat de HEERE, uw God, voor u het verbond en de goedertierenheid in acht zal nemen die Hij uw vaderen onder ede beloofd heeft. Hij zal u liefhebben, u zegenen en u talrijk maken; Hij zal de vrucht van uw schoot zegenen en de vrucht van uw land, uw koren, uw nieuwe wijn en uw olie, de dracht van uw koeien en de jongen van uw kleinvee, in het land dat Hij uw vaderen gezworen heeft u te geven. Gezegend zult u zijn boven al de volken; onder u zal geen man of vrouw onvruchtbaar zijn, onder uw dieren evenmin. De HEERE zal alle ziekte van u weren en geen van de verschrikkelijke kwalen van Egypte, die u hebt leren kennen, zal Hij u opleggen, maar Hij zal ze geven aan allen die u haten." (Deuteronomium 7:12-15)

Helaas hebben ze dat niet gedaan. Ze hebben toch ruimte gelaten voor de andere volken, zijn relaties aangegaan, zijn andere goden achterna gaan lopen, enzovoort. En dat blijft niet zonder gevolgen: "Zie, Ik ga onheil brengen over deze plaats, zodat bij ieder die het hoort, zijn oren zullen tuiten, omdat zij Mij verlaten hebben, deze plaats van Mij vervreemd hebben, en reukoffers gebracht hebben aan andere goden, die zij niet gekend hebben, zij, hun vaderen en de koningen van Juda. Zij hebben deze plaats gevuld met bloed van onschuldigen." (Jeremia 19:3-4)

Wat het gevolg is, lezen we in Prediker. Hij beschrijft hoe anders het leven is geworden, dan hoe God het bedoeld had. "Verder heb ik ook gezien onder de zon: op de plaats van het recht, daar was goddeloosheid, en op de plaats van de gerechtigheid, daar was onrecht." (Prediker 3:16) Als er geen plek is voor God, dan raakt de wereld in verval.

Ellende, verlossing en ondankbaarheid

Jozua 13-21 vertelt hoe God elke stam van Israël een eigen plaats toe wijst in het beloofde land. En die plek moesten ze volledig in bezit nemen. Waarom? Omdat niets de zegen van God in de weg mocht staan! Wat een verdriet moet het God gedaan hebben, dat er toen ze daar eenmaal waren er steeds minder plek was voor God zelf. En hoe er uiteindelijk ook voor Zijn Zoon geen plaats was ... Zijn volk wilde wel bevrijd worden, maar luisterden niet naar Gods geboden om ook vrij te blijven. En is dat eigenlijk niet, wat we nog steeds zien gebeuren? Wij mensen willen wel gered worden als we verstrikt zitten in de macht van zonde en duisternis, bevrijd worden van verslaving, gered worden uit ellende waar we in zitten, genezen worden van ziekte en we verlangen naar vrijheid. Maar wat is het lastig om daarna ook Gods Woord te gehoorzamen om ook vrij te blijven.

Net als de Israëlieten strekken we ons in onze ellende uit naar verlossing. Maar als we die verlossing hebben ontvangen, dan is dat het eindstation. Het leven in dankbaarheid valt ons zwaar. En laat dat eigenlijk niet zien, dat ons leven dan ten diepste nog steeds om ons zelf draait?

Ik stelde eens een ouder iemand, die er naar verlangde dat God haar thuis haalde, de vraag: Waarom verlangt u ernaar om te sterven? Is dat omdat u verlost wilt zijn van alle pijn, zorgen en ziekte hier in dit leven? Of omdat u er naar verlangt om bij Jezus te zijn? Lange tijd bleef het stil .... Toen kwam de erkenning dat het eigenlijk om dat eerste ging. Op dat moment brak het inzicht door wie er ten diepste op de troon zat van het hart en om wie het allemaal draaide. Samen hebben we het mogen belijden en was er vergeving.

God alleen

Het is niet voor niets, dat Paulus zijn lezers waarschuwt: "Geef de duivel geen plaats." (Efeze 4:27) God plaats geven in je leven, gaat niet samen met satan plaats geven. Zoals er geen plek voor satan was in de hemel (Openbaringen 12:8) zo kan er ook geen plek voor hem zijn in ons leven. Het is het één of het ander. Dat vraagt steeds weer opnieuw keuzes maken ... Bij alles wat we doen, zeggen en denken doen we er goed aan ons af te vragen: Geef ik God hiermee plaats in mijn leven? Maak ik hiermee zichtbaar dat God plaats heeft in mijn leven? En waarom? Omdat God van ons houdt en omdat Hij niet wil dat er nog iets in ons leven is wat de zegen en de overvloed, die Hij wil geven, wordt belemmerd.

De Israëlieten dachten dat ze wel compromissen konden sluiten. Dat er naast God best plek was voor andere dingen en dat het echt niet nodig was om ál zijn geboden ten volle serieus te nemen. Of dat ze er best wat aan konden veranderen. Met als gevolg, dat ze in plaats van de zegen van God te ontvangen ze geconfronteerd werden met de vloek van de zonde.

Het Woord van God

Toen Jezus op aarde was, kwam Hij geregeld in botsing met de Farizeeërs en de Schriftgeleerden. De hele dag waren ze met God bezig. En ze hadden eindeloos veel regels opgesteld, bovenop Gods eigen geboden, waar je als godvrezend persoon behoorde te voldoen. Ze dachten dat ze op die manier de zegen van God konden verdienen en zelf de vloek van de zonde konden overwinnen. Daarnaast verwezen ze ook naar hun afkomst. 'Wij zijn kinderen van Abraham. Dus wij zijn gered!' Maar Jezus legt telkens weer de vinger op de zere plek: "Ik weet dat u Abrahams nageslacht bent, maar u probeert Mij te doden, omdat Mijn woord in u geen plaats krijgt." (Johannes 8:37) Voor God is er plek in hun leven, voor godsdienstigheid ook. Maar niet voor Jezus!

De Farizeeërs en de Schriftgeleerden verafschuwden alles wat Jezus zei en deed. Hij paste op geen enkele manier in hun beeld van God en in het beeld van hoe de beloofde Messias zou moeten zijn. Hun eigen beeld van God verblindde hen volledig. En omdat de leiders verblind waren, was het hele volk verblind ... Op enkelen na, die écht de Schriften kenden en leefden in verwachting, zoals bijvoorbeeld Simeon en Anna.

Maar ook Simeon profeteerde al, dat er bij velen geen plaats zou zijn voor Jezus. En dat het in de harten van mensen, ook bij Maria, tot een innerlijk conflict en tot keuzes maken zou komen: "En Simeon zegende hen en zei tegen Maria, Zijn moeder: Zie, dit Kind is bestemd tot val en opstanding van velen in Israël en tot een teken dat tegengesproken zal worden – ook door uw eigen ziel zal een zwaard gaan – opdat de overwegingen uit veel harten openbaar worden." (Lukas 2:34-35)

Jezus, het levende Woord van God, zal zijn als een zwaard, zegt Simeon. Wellicht dat Paulus hiernaar verwijst als hij schrijft: "Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart. En er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem, maar alles ligt naakt en ontbloot voor de ogen van Hem aan Wie wij rekenschap hebben af te leggen." (Hebreeën 4:12-13)

De plaats die God heeft in ons leven, wordt zichtbaar in ons door Jezus, het Levende Woord. Hoe pijnlijk moet het voor Jezus zijn geweest, dat er bij het volk van God, bij Israël, geen plaats was voor Hem! "De vossen hebben holen, en de vogels in de lucht nesten, maar de Zoon des mensen heeft niets waarop Hij het hoofd kan neerleggen." (Mattheüs 8:20)

Maar juist dáárom kwam Hij! Want nog steeds is het verlangen van God: wonen temidden van Zijn kinderen! Na de bevrijding uit de slavernij van Egypte is een nieuwe bevrijding nodig: van de zonde. En de enige weg daarvoor was, dat Jezus mens werd zoals wij en onze schuld op Zich nam. "En Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem Die voor hen gestorven en opgewekt is." (2 Korinthe 5:15) Jezus kwam om onze relatie met God te herstellen en ons te bevrijden van de slavernij van de zonde, zodat God weer alle plaats in ons leven kan krijgen.

Jezus als Koning op de troon

En er komt een dag, dat Jezus terug zal komen. En dan zal Hij voor iedereen zichtbaar de hoogste plaats innemen: "Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven." (Lukas 1:32)

"En in de gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood. Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader." (Filippenzen 2:8-11)

Is er plaats voor Jezus in jouw leven? Mag Hij in het 'hoofdgebouw' van jouw leven wonen? En mag Hij daarin de enige bewoner zijn? Ben je bereid om alles, wat jouw relatie met God in de weg staat, weg te doen? Ben je bereid om elk verbond met de wereld, elk compromis, elke afgod op te ruimen en in alles Gods geboden te volgen? Heeft Zijn Woord plek in je dagelijkse omgang met Hem? Dan mag je Zijn zegen in je leven gaan ervaren:

"Maar mijn God zal u, overeenkomstig Zijn rijkdom, voorzien van alles wat u nodig hebt, in heerlijkheid, door Christus Jezus. Onze God en Vader nu zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen." (Filippenzen 4:19)